Ga als volgt te werk om het testcircuit aan te sluiten:
1. Verplaats de veiligheidsklep om toegang te krijgen tot de
ingangsaansluitingen.
2. Bevestig de testkabels in de juiste ingangen. Zie afbeelding 9.
3. Sluit de testkabels aan op het testcircuit.
1
3
(-) Negatieve aansluiting
A
(-) Positieve aansluiting
B
Veiligheidsklep
C
De tester is NIET gespecificeerd onder 200 k
worden ingekort en er een test wordt uitgevoerd, resulteert dit in een
niet-gespecificeerde aflezing die groter is dan nul. Dit is normaal
voor de ingangscircuitconfiguratie van deze tester en heeft geen
invloed op de aflezingen die binnen het gespecificeerde
nauwkeurigheidsbereik vallen.
Afbeelding 10. Testkabelverbindingen
Opmerking
Isolatietester
2
Ω
. Wanneer de kabels
Metingen
GHH09.EPS
15