Installatiehandleiding
Bericht
BIJVERWARMING
KOELING
ACTIEVE KOELING
10.2
Alarmen
Als er een gebeurtenis optreedt die het alarm activeert, wordt dat op het display aangegeven met de tekst ALARM en het relevante
alarmbericht. De meest voorkomende alarmberichten zijn:
Bericht
Betekenis
Lucht in het verwarmingscircuit/spiraal van de warmwatertank of geblokkeerde flow in het verwarmingscircuit. Contro-
FOUT HOGE
DRUK
leer de flow, ontlucht het systeem en voer een handmatige test uit en luister of u lucht hoort stromen en stel de om-
keerklep in op warm water. Als er lucht in de TWS-spoel (spiraal van de warmwatertank) aanwezig is, ontlucht het sys-
teem dat via de bovenzijde van het toestel en stel de omkeerklep/circulatiepomp weer terug op de handmatige test.
(Bij gebruik van een compressor moet de delta T gewoonlijk zo'n 8 °C zijn als er vrije stroming beschikbaar is.)
FOUT LAGE
Lucht of geblokkeerde flow in brinecircuit. Controleer de flow, ontlucht en activeer de brinepomp in de handmatige
test en luister of u lucht hoort stromen. (Bij gebruik van een compressor moet de delta T gewoonlijk minder dan 5 °C
DRUK
zijn als er vrije stroming beschikbaar is.)
Te hoge temperatuur (ongeveer 85 °C) gedetecteerd in interne bijverwarming. Meestal veroorzaakt door lucht in de
FOUT BIJ-
VERWAR-
bijverwarming of vóór de circulatiepomp, of een geblokkeerde flow in het verwarmingscircuit. Ontlucht en vul het sys-
teem met water en reset de oververhittingsbeveiliging T1 (zie markering T1 op de elektrakast). (Het alarm kan ook wor-
MING
den geactiveerd als 230 V op L2 ontbreekt; controleer zekeringen en elektrische aansluiting).
Motorbeveiliging compressor geactiveerd. Kan worden veroorzaakt door bv. een ontbrekende inkomende fase of een
FOUT MO-
probleem met de softstarter (of de compressorstroom overschrijdt de ingestelde waarde voor de motorbeveiliging). Als
TORBEV.
de motorbeveiliging is ingesteld op A (Auto), kan het alarm op het display worden gereset wanneer het probleem is
opgelost.
Buitensensor niet aangesloten, defect/draad of verkeerd type. In dat geval gaat de warmtepomp ervan uit dat de bui-
BUITENSEN-
tentemperatuur 0 °C is.
SOR
Sensoren voor warmwatertank ( not valid niet aangesloten. (De onderste sensor is verplicht als warm water wordt geac-
WARMWA-
TERSENSOR
tiveerd op het display (fabrieksinstelling). Warm water kan worden afgesloten door de starttemperatuur te verlagen
naar (uit-symbool).)
Dit is een bericht (geen alarm) dat op het display kan worden weergegeven bij de allereerste inschakeling (wordt na 10
FOUT FASE-
minuten automatisch gereset). Controleer de temperatuur van de persleiding om er zeker van te zijn dat de compressor
SEQ.
niet achterwaarts draait. Verwissel zo nodig de inkomende fasen.
Alarmen die niet automatisch worden gereset, moeten worden bevestigd. Bevestig het alarm door de warmtepomp in de bedrijfsmodus
UIT te zetten en hem vervolgens weer in de gewenste bedrijfsmodus te zetten.
Als er alarmen actief zijn, produceert de warmtepomp geen warm water. Als alarmen om de een of andere reden niet kunnen worden
opgeheven en er verwarming/warm water nodig is: Zet de bedrijfsmodus op uit (en bevestig) om het alarm te resetten en stel vervol-
gens de bedrijfsmodus bijverwarming in op werking met elektrische verwarming (in de meeste gevallen kan er dan verwarming en
warm water worden geproduceerd).
10.3
Warmwaterinstellingen selecteren
Warmwaterinstellingen:
De warmwaterproductie wordt in de fabriek geactiveerd, zodat er bij een normale configuratie verdere instelling meestal niet nodig is.
Instellingen die u kunt aanpassen, zijn bijvoorbeeld: start- en stoptemperatuur van warm water (gewogen) en weegfactor. In toepassin-
gen met lage brinetemperaturen kan de stopinstelling voor warm water ook worden verlaagd om de afvoertemperatuur van de com-
pressor waar nodig of gewenst te verlagen.
38
Thermia Legend
Betekenis
Geeft aan dat er vraag is naar bijverwarming.
Wordt weergegeven wanneer passieve koeling wordt geproduceerd.
Wordt weergegeven wanneer actieve koeling wordt geproduceerd.
BWLE01IG0110
Thermia AB