Inhoudsopgave
Advertenties
Installatiehandleiding
Bedrijfsmodi, symbolen en beschrijvingen:
▪
UIT: De installatie is volledig uitgeschakeld (kans op bevriezing). Deze modus wordt ook gebruikt om alarmen te bevestigen en
te resetten.
▪ AUTO : De warmtepomp regelt de warmtepomp en bijverwarming automatisch. (Dit is gewoonlijk de aanbevolen modus.)
▪ COMPRESSOR: In deze modus is de bijverwarming geblokkeerd en zal die nooit ondersteuning bieden (d.w.z. geen back-upver-
warming in geval van alarmen en geen doorverwarming van warm water voor de antilegionellafunctie). Daarom wordt deze instel-
ling niet aanbevolen voor gebruik als permanente bedrijfsmodus of wanneer de woning onbeheerd wordt achtergelaten. (Kans op
bevriezing.)
▪ BIJ VERWARM. : Het regelsysteem staat alleen de werking van de bijverwarming toe. Deze modus kan worden gebruikt in geval
van bepaalde alarmen of om verwarming of warm water te leveren voordat het brinecircuit is geïnstalleerd.
▪ WARMWATER: In deze modus produceert de warmtepomp alleen warm water. Er gaat geen warmte naar het verwarmingssys-
teem. (Kans op bevriezing.)
10.1.13
Beschrijving symbolen
Beschrijving symbolen
Het display geeft informatie weer over de werking, de status en de alarmen van de warmtepomp.
Symbolen die de status van de warmtepomp aangeven:
Symbool
Betekenis
COMPRESSOR – Geeft aan dat de compressor in bedrijf is. Knipperend = brinebewaking actief (compressor tijdelijk
gestopt).
BLIKSEMSCHICHT – geeft aan dat het elektrische verwarmingselement in bedrijf is. Het getal geeft aan welke bijko-
mende stap geactiveerd is.
HUIS – geeft aan dat de warmtepomp warmte voor het verwarmingssysteem produceert.
KRAAN – geeft aan dat de warmtepomp warmte voor de boiler produceert. Een bliksemschichtsymbool naast dit
symbool geeft aan dat doorverwarming wordt uitgevoerd (antilegionellafunctie).
F
FLOWSENSOR – een F geeft aan dat er voldoende flow is. (Alleen als flow-/niveaubewaking is aangesloten.)
BOILER – geeft het warmwaterpeil in de boiler aan. Wanneer er warm water wordt geproduceerd, wordt dat aange-
geven met een knipperend niveaupictogram voor de tank.
VIERKANT – geeft aan dat de bedrijfspressostaat werd gebruikt of dat de drukleidingtemperatuur de maximumtem-
peratuur heeft bereikt. (Compressor kan tijdelijk zijn gestopt.)
KOELING – wordt weergegeven als er koeling wordt geproduceerd. A = actieve koeling. (Accessoire)
Ook de volgende informatie over de werking kan worden weergegeven:
Bericht
Betekenis
Toont de ingestelde KAMER-waarde. Standaardwaarde: 20 °C.
KAMER
Als de ruimtesensor (accessoire) is geïnstalleerd, wordt de werkelijke temperatuur weergegeven, terwijl de
gewenste binnentemperatuur tussen haakjes wordt weergegeven.
Geeft aan dat er behoefte is aan warmte- of warmwaterproductie en dat de warmtepomp zal starten.
START
Geeft aan dat de aanvullende EVU-functie actief is. Dat betekent dat de warmtepomp uit is zolang EVU
EVU-STOP
actief is.
Geeft aan dat er geen vraag is naar warmte- of warmwaterproductie. (Compressor tijdelijk gestopt.)
GEEN WARMTEVRAAG
Geeft aan dat er behoefte is aan warmte- of warmwaterproductie en dat de warmtepomp over XX minuten
COMPRESSOR START --
zal starten.
XX MIN
COMPRESSOR + BIJ-
Geeft aan dat warmteproductie actief is, zowel met de compressor als met het elektrische verwarmingsele-
ment.
VERW.
Geeft aan dat er vraag is naar warmte- of warmwaterproductie, maar dat er een startvertraging actief is.
START_MIN
Thermia AB
Thermia Legend
BWLE01IG0110
37
Advertenties
Inhoudsopgave
