Beginnen met naaien
VOORZICHTIG
Laat geen spelden in de stof zitten wanneer u gaat
naaien; de spelden beschadigen de naalden en
messen.
1. Rijg de machine in en trek alle draden
ongeveer 15 cm (6 inch) uit tot achter de
persvoet.
2. Zet de persvoet omhoog en plaats het
materiaal goed onder de persvoet, voordat u
begint met naaien. Zet de persvoet omlaag en
draai vervolgens het handwiel naar u toe om
langzaam een paar steken te naaien.
3. De stof wordt automatisch doorgevoerd. U
hoeft de stof alleen in de vereiste richting te
begeleiden.
4. Controleer de steekvorming (stekenbundel) om
het steekresultaat te beoordelen. Als de steek
niet gelijkmatig is, moet u opnieuw controleren
of de inrijging goed en in de goede volgorde is
uitgevoerd.
5. Volg de naadgeleider om de naden met
een gelijkmatige breedte af te snijden. De
schaalverdeling op de naadgeleider geeft 9,5,
12,7, 15,9 en 25,4 mm (3/8, 1/2, 5/8 en 1 inch)
weer wanneer u de steekbreedteknop hebt
ingesteld op "5".
1 Persvoet 2 Bovenste mesje 3 Naadtoeslaggeleider
60
Werk verwijderen
Wanneer de naad is voltooid, laat u de machine op laag
tempo doorlopen tot er een losse draadbundel ontstaat. Knip
vervolgens de draden af op ongeveer 5 cm (2 inch) van uw werk.
Als de doorvoer niet voldoende is om de losse draadbundel te
kunnen maken, trekt u voorzichtig aan de draden.
Draadbundels vastzetten
Er zijn twee methoden beschikbaar om
draadbundels vast te zetten.
Methode 1
Zet de draadbundels van het begin en het einde
van een naad vast met uw machine.
Aan het begin van een naad
1. Naai een paar steken, na ongeveer 5 cm (2 inch)
aan losse draadbundel te hebben gemaakt.
2. Stop de machine en zet de persvoet omhoog.
3. Leg de draadbundels onder de persvoet en overlock
eroverheen terwijl u de bundel naar u toe trekt.
4. Nadat u een paar steken hebt genaaid, snijdt
u de extra draadbundel af met het bovenste
mesje, zoals aangegeven in de afbeelding.
Aan het einde van een naad
1. Naai aan het einde van een naad één steek
buiten de stof, voordat u de machine stopt.