Min. temperatuur na 13 uur: °C
Min. temperatuur na 24 uur: °C
Offset boilerlading: K
Max. boilerlaadtijd:
Blokkertijd boilerlading: min
Parallelle boilerlading:
Buffervat
Buffertemperatuur, boven: °C
Buffertemperatuur, onder: °C
Temp.sensor WW, boven: °C
Temp.sensor WW, onder: °C
Temp.sensor verw, boven: °C
Temp.sensor verw, onder: °C
Zonneboiler, onder: °C
Max. gew.aanvoertemp. WW: °C
Max. temperatuur boiler 1: °C
Zonnecircuit
Collectortemperatuur: °C
Zonnepomp:
Voeler voor opbrengstmeting: °C
0020287842_06 Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding
Wanneer de boilertemperatuur lager wordt dan de ingestelde tem-
peratuurwaarde en 13 uur lang wordt geen water afgenomen, start
de boilerlading.
Fabrieksinstelling: 43 °C
Wanneer de boilertemperatuur lager wordt dan de ingestelde tem-
peratuurwaarde en 24 uur lang wordt geen water afgenomen, start
de boilerlading.
Fabrieksinstelling: 40 °C
Gewenste temperatuur + offset = aanvoertemperatuur voor de
warmwaterboiler.
Fabrieksinstelling:
–
25 K bij conventionele warmteopwekker
–
10 K bij warmtepomp
Instellen van de maximale tijd, waarmee de warmwaterboiler onon-
derbroken wordt geladen. Als de maximale tijd of gewenste tempe-
ratuur wordt bereikt, geeft de systeemthermostaat de verwarmings-
functie vrij. De instelling Uit betekent: geen beperking van de boi-
lerlaadtijd.
Fabrieksinstelling:
–
60 min bij conventionele warmteopwekker
–
90 min bij warmtepomp
Instellen van de periode waarin de boilerlading na afloop van de
max. boilerlaadtijd wordt geblokkeerd. In de geblokkeerde tijd geeft
de systeemthermostaat de verwarmingsfunctie vrij.
Fabrieksinstelling: 60 min
Tijdens de lading van de warmwaterboiler wordt het mengercircuit
parallel verwarmd. Het ongemengde CV-circuit wordt bij een boi-
lerlading altijd uitgeschakeld.
Fabrieksinstelling: Nee
Werkelijke temperatuur in het bovenste bereik van het buffervat
Werkelijke temperatuur in het bovenste bereik van het buffervat
Werkelijke temperatuur in het bovenste bereik in het warmwater-
deel van het buffervat
Werkelijke temperatuur in het onderste bereik in het warmwater-
deel van het buffervat
Werkelijke temperatuur in het bovenste bereik in het verwarmings-
deel van het buffervat
Werkelijke temperatuur in het onderste bereik in het verwarmings-
deel van het buffervat
Werkelijke temperatuur in het onderste bereik van de zonneboiler
Instellen van de maximale gewenste aanvoertemperatuur van de
buffertank voor de tapwatermodule. De ingestelde maximale ge-
wenste aanvoertemperatuur moet lager zijn dan de max. aanvoer-
temperatuur van de warmteopwekker.
Bij te laag ingestelde maximale gewenste aanvoertemperatuur kan
de tapwatermodule de gewenste temperatuur niet bereiken. Zolang
de gewenste temperatuur niet bereikt is, geeft de systeemthermo-
staat de warmteopwekker niet vrij voor het CV-bedrijf.
In de installatiehandleiding van de warmteopwekker vindt u de
maximale aanvoertemperatuur.
Fabrieksinstelling:
–
80 °C
–
65 °C bij keuze van systeemschema 8
Instelling van de maximale boilertemperatuur. Het zonnecircuit
stopt de boilerlading zodra de maximale boilertemperatuur is be-
reikt.
Fabrieksinstelling: 75 °C
Weergave van de actuele temperatuur aan de zonnecollector
Weergave van het actuele stuurcommando aan de zonne-energie-
pomp
Weergave van de actuele temperatuur aan de sensor voor de op-
brengstmeting
131