Installatiehandleiding
5.2.4
Elektrische Atec Total-onderdelen in het regelcentrum
Fig. 3: Regeleenheid
5.3
Elektrakast in warmtepomp
Fig. 4: Elektrakast
5.4
Kabelaansluiting
Hoe de bedrading wordt aangelegd, kan ook gevolgen hebben in verband met geluidsoverlast. Deze installa-
N
tie moet dus correct worden uitgevoerd. Bij een correcte installatie zit er circa 300 mm vrije kabel tussen de
warmtepomp en het gebouw. Het is niet goed om tussen de warmtepomp en de muur een met bouten be-
vestigde stroomrail te gebruiken. De reden hiervoor is dat trillingen van de warmtepomp zich dan via de rails
kunnen voortplanten naar de muren van het huis.
Voor buiten gelegde stroomkabels moet UV-bestendige kabel worden gebruikt. Bij de selectie van kabels moeten de geldende lokale en
nationale voorschriften worden nageleefd.
UV-bestendige data-/telefoonkabel met dubbeldraad moet worden gebruikt voor buiten gelegde communicatiekabels. De kabel moet
afgeschermd zijn met één uiteinde van de afscherming (het doet er niet toe welk uiteinde) geaard op een aardklem.
De kabeldoorsnede moet minimaal 0,25 mm
Thermia Värmepumpar
Atec
4
5
3
2
6
1
7
3
2
1
4
5
6
2
bedragen.
Nummer
Beschrijving
1
Klemmenblok
2
Klemmenblok voor interne elektrische bijver-
warming (IH)
3
Hubkaart
4
Plaats voor uitbreidingskaart (accessoire)
5
Plaats voor communicatiekaart (accessoire)
6
Plaats voor klemmenblok voor uitbreidings-
kaart (accessoire)
7
Oververhittingsbeveiliging
Nummer
Beschrijving
1
Warmtepompkaart
2
Expansieklepkaart
3
Softstart
4
Overstroombeveiliging
5
Klemmenblok
6
Condensator (alleen voor 230V 1N)
VMBQY210
25