Installatiehandleiding
4
Installatie van leidingen
Let op
De leidingen moeten worden geïnstalleerd overeenkomstig de geldende lokale regels en voorschriften. De
warmwatertank moet voorzien zijn van een goedgekeurde veiligheidsklep.
Let op
Zorg ter voorkoming van lekkage dat de aansluitleidingen bij het monteren niet onder spanning worden ge-
zet!
Let op
Het is belangrijk om het verwarmingssysteem na installatie te ontluchten. Waar nodig moeten ontluchtings-
kleppen worden gemonteerd.
Let op
Het risico bestaat dat de leidingen naar de warmtepomp bevriezen als de watercirculatie door de warmte-
pomp ophoudt doordat de buitentemperatuur tot onder het vriespunt daalt. Gewoonlijk geeft de geïnte-
greerde flowsensor een alarm af bij geringe flow (aangenomen dat de warmtepomp stroom ontvangt), bij-
voorbeeld als de radiatorpomp is gestopt.
Bij een langere onderbreking van de stroming, bijvoorbeeld bij stroomuitval of als de installatie UIT staat, be-
staat er echter uiteraard gevaar van bevriezing. Door een afsluitkraan te installeren op de binnenmuur van het
huis kan het gedeelte van het systeem dat naar buiten naar de warmtepomp loopt zo nodig worden afgetapt.
Een andere manier om het systeem tegen bevriezing te bescherming is de installatie binnen van een tussen-
wisselaar. Hierbij moet het circuit naar de warmtepomp worden gevuld met glycol voor koudemiddeltoepas-
singen en is een extra circulatiepomp vereist. Zie Systeemoplossing tussenwisselaar. Een andere optie is het
verwarmingssysteem vullen met antivries.
Let op
Verwarmingssystemen met gesloten expansievaten moeten ook zijn voorzien van goedgekeurde manome-
ters en veiligheidskleppen.
Let op
Koud- en warmwaterleidingen en overloopleidingen vanuit veiligheidskleppen moeten worden vervaardigd
uit hittebestendig en corrosiebestendig materiaal, bijvoorbeeld koper. De overloopleidingen van de veilig-
heidskleppen moeten een open verbinding met de afvoer hebben waardoor het stromende water zichtbaar
is, in een vorstvrije omgeving.
Let op
De verbindingsleiding tussen het expansievat en de veiligheidsklep moet onafgebroken omhoog lopen. Met
onafgebroken omhoog lopen wordt bedoeld dat de leiding nergens mag aflopen onder een denkbeeldige
horizontale lijn.
Zorg dat de leidingen worden geïnstalleerd volgens de maatschetsen en aansluitschema's.
N
Configureer de warmtepomp voor de gewenste systeemoplossing in het menu SERVICE\BIJVERWARM.\EXT.
N
TOEVOEGING.
4.1
Watervolume in verwarmingssysteem
Om het ontdooien van het buitengedeelte mogelijk te maken, moet het verwarmingssysteem altijd een minimale hoeveelheid water
bevatten. Dit is te zien in onderstaande tabel.
Wanneer het verwarmingssysteem zelf de in de tabel aangegeven hoeveelheid bevat, is het gebruik van een volumetank niet noodzake-
lijk maar wel raadzaam.
Thermia Värmepumpar
Atec
VMBQY210
13