User Guide
4.2
Indicatielampje
De indicator onder aan het bedieningspaneel heeft drie modi:
▪ Geen licht – betekent dat de warmtepomp geen spanning krijgt.
▪ Constant groen licht – betekent dat de warmtepomp spanning krijgt en gereed is voor de productie van
warmte, koeling of warm water.
▪ Knipperend groen licht – betekent dat er een alarm actief is.
4.3
Display
Het display geeft informatie weer over de werking, status en eventuele alarmen van de warmtepomp.
Sym-
Betekenis
bool
COMPRESSOR
BLIKSEM-
SCHICHT
HUIS
WATERKRAAN
FLOWSENSOR
F
KLOK
BOILER
BOILER en BLIK-
SEMSCHICHT
ONTDOOIEN
VENTILATOR
KOELING
Ook de volgende informatie over de werking kan worden weergegeven:
Bericht
KAMER
START
14
iTec
Omschrijving
Geeft aan dat de compressor in bedrijf is.
Geeft aan dat de bijverwarming in bedrijf is. Het cijfer geeft aan welke bijkomen-
de stap geactiveerd is.
Geeft aan dat de warmtepomp warmte voor het verwarmingssysteem produ-
ceert.
Geeft aan dat de warmtepomp warmte voor de boiler produceert.
Geeft aan dat de flowsensor actief is (er is voldoende debiet).
Geeft aan dat kamerverlaging actief is.
Geeft het warmwaterpeil in de boiler aan. Wanneer er warm water voor de boiler
wordt geproduceerd, wordt dit aangegeven met een knipperend niveaupicto-
gram.
Een bliksemschichtsymbool naast het boilersymbool geeft aan dat doorverwar-
ming actief is (antilegionellafunctie).
Wordt weergegeven wanneer de ontdooifunctie actief is.
Wordt weergegeven wanneer de ventilator actief is.
Wordt weergegeven als koeling is geactiveerd tijdens het koelseizoen.
Betekenis
Toont de ingestelde KAMER-waarde. Standaardwaarde: 20 °C.
Als de optionele ruimtesensor is geïnstalleerd, wordt de werkelijke temperatuur
weergegeven, met de gewenste binnentemperatuur tussen haakjes.
Geeft aan dat er vraag is naar warmte- of warmwaterproductie en dat de warmte-
pomp zal starten.
VUJSI110
Thermia Värmepumpar