Om de aanzuigtijd te verkorten, adviseren wij het gebruik van een aan-
zuigslang met terugloopstop, die het zelfstandig leeglopen van de aan-
zuigslang na uitschakeling van de pomp verhindert [ afb. A3 ].
Het aanzuigen van lucht in het aanzuigsysteem kan leiden tot uitval van
de pomp en tot meer geluid.
v Sluit het aanzuigsysteem nauwgezet aan.
v Controleer de afdichting regelmatig en vervang deze indien nodig.
Gebruik aan aanzuigzijde geen onderdelen van een steeksysteem voor
de waterslang.
Aan aanzuigzijde moet een vacuümbestendige aanzuigslang
worden gebruikt:
• bijv. de GARDENA Aanzuiggarnituur art. 1411 / 1412 / 1418
• of de GARDENA Aanzuigslang voor bronnen art. 1729.
• Aanzuigslangen
(2)
zonder schroefdraadaansluiting via een aanzuigs-
lang-aansluitstuk (bijv. art. 1723 / 1724) met de aansluiting aan aan-
zuigzijde verbinden en luchtdicht vastdraaien.
2.2.1 Er zijn 2 soorten aansluitsystemen:
Bestemd voor een platte afdichting:
Er is geen schroefdraadtape nodig.
v Zorg ervoor dat de platte afdichting
is geplaatst en onbeschadigd is.
Bestemd voor schroefdraadtape (Teflon):
Er is geen platte afdichting nodig.
Een niet-passend afdichtsysteem kan leiden tot lekkages.
v Gebruik het daarvoor bestemde afdichtsysteem.
1. Zorg ervoor dat de platte afdichting
is geplaatst.
2. Draai de vacuümbestendige aanzuigslang
ting aan aanzuigzijde
(1)
. Daarbij moet het aanzuigslang-aansluitstuk er
recht op worden geplaatst [ afb. A1 ].
(2)
3. Leg de aanzuigslang
recht en zonder kronkelingen.
4. Bij aanzuighoogtes hoger dan 3 m: bevestig de aanzuigslang
(bijv. aan een houten paal vastbinden).
Dan wordt de pomp ontlast van het gewicht van de aanzuigslang.
2.3 Slang aan drukzijde aansluiten [ afb. A7 ]:
De aansluiting aan drukzijde
(3)
is voorzien van een buitendraad van
33,3 mm (G 1").
Het aansluitstuk aan drukzijde mag alleen met de hand worden
vastgedraaid.
Een geoptimaliseerde benutting van het pompvermogen van de
pomp wordt bereikt door aansluiting van 19 mm (3/4")-slangen in
combinatie met:
• bijv. de GARDENA Aansluitset voor pompen art. 1752
• of met 25 mm (1")-slangen met de GARDENA GEKA-koppeling
met binnendraad art. 7109 / GEKA-koppeling art. 7103.
Houd of zet de drukslang verticaal vast, zodat knikken van de drukslang
bij de verticale uitgang van de pomp wordt voorkomen.
Leg de slang plat op de grond en voorkom dat de slang U-vormig omhoog
staat of gewikkeld ligt. Om lucht te laten ontsnappen is het optimaal, wan-
neer de drukslang volledig is uitgelegd en van de pomp uit gezien een stij-
gend verloop vertoont.
v Verbind de drukslang
(4)
met de aansluiting aan drukzijde
2.3.1 Drukslang via het GARDENA steeksysteem aansluiten:
Via het GARDENA-steeksysteem kunnen 19 mm (3/4")- / 16 mm (5/8")- en
13 mm (1/2")-slangen aangesloten worden.
Slangdiameter
Pompaansluiting
13 mm (1/2")
GARDENA Pomp- aansluitset
16 mm (5/8")
GARDENA Kraanstuk
GARDENA Slangstuk
19 mm (3/4")
GARDENA Pomp- aansluitset
2.3.2 Alleen voor art. 9056:
Parallelle aansluiting van drukslangen:
Bij een parallelle aansluiting van meer dan één drukslang adviseren wij het
gebruik van:
• bijv. de GARDENA 2- of 4-weg waterverdeler art. 8193 / 8194
18
ß
in het aanzuigslang-aansluitstuk
G
ß
in het aanzuigslang-aansluitstuk
G
(2)
luchtdicht op de aanslui-
(2)
extra
(3)
.
art.
17500
art. 18202
art. 18216
art.
17520
• of het GARDENA 2-weg ventiel art. 940.
Deze kunnen direct op de aansluiting aan drukzijde
3. BEDIENING
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Letselgevaar door onopzettelijk starten.
v Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
3.1 Pomp starten / stoppen [ afb. O1 / O2 ]:
LET OP!
Drooglopen van de pomp!
Zorg ervoor dat de pomp tot aan de overloop (min. 1,1 l) met water is
gevuld, elke keer voordat deze wordt gestart.
3.1.1 Pomp starten:
1. Verbind de aanzuigslang (In).
2. Verwijder de drukslang (Out).
3. Draai de schroefverbinding
(5)
4. Vul de pomp via de vulopening
totdat er een stabiel waterniveau ter hoogte van de aansluiting aan
aanzuigzijde is bereikt [ afb. A4 ].
5. Bij gebruik van een terugslagklep: vul de aanzuigslang met water.
Dit versnelt het aanzuigen.
6. Laat het resterende water in de drukslang
slang aan te sluiten.
Zo kan de lucht tijdens het aanzuigen ontsnappen.
7. Na het vullen van de pomp: verbind de drukslang (Out) met de pomp.
(5)
8. Draai de schroefverbinding
(gebruik geen tang).
9. Open eventueel aanwezige afsluitventielen in de drukleiding (aan-
sluitapparaten, waterstop, enz.). Alle verbruikers moeten tot aan de
max. mogelijke positie zijn geopend.
10. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
11. Bij hoge aanzuighoogtes: houd de drukslang
min. 1,8 meter boven de pomp naar boven vast.
12. Druk de Aan- / Uit-schakelaar
De pomp start (de Aan- / Uit-schakelaar brandt) en pompt het water
nadat het is aangezogen.
De aanzuiging kan tot wel 5 minuten duren.
Wanneer de pomp na 5 minuten nog geen water pompt:
1. Druk de Aan-/Uit-schakelaar
De pomp stopt.
2. Laat de pomp afkoelen.
3. Zoek in de 6.2 Tabel met storingen naar mogelijke oorzaken.
4. Start de pomp opnieuw (zie 3.1.1 Pomp starten).
3.1.2 Pomp stoppen:
Druk de Aan- / Uit-schakelaar
v
De pomp stopt.
3.2 Tips voor het pompen:
3.2.1 Algemene tip voor de aanzuiging:
De aangegeven maximale zelfaanzuighoogte wordt alleen bereikt, wan-
neer de pomp via de vulopening tot aan de overloop is gevuld en de
drukslang
(4)
tijdens het aanzuigen zover naar boven wordt gehouden,
dat er geen water van de pomp via de drukslang
Vul de pomp voordat slangen, een vast buizenstelsel, enz. aan drukzijde
op de pomp zijn aangesloten. Zo wordt gewaarborgd dat de pomp volle-
dig met water (1,1 liter) kan worden gevuld (er kan lucht ontsnappen).
De pomp moet met 1,1 liter water worden gevuld.
3.2.2 Stille modus:
De pomp is stil. Alleen met de juiste installatie kan dit voordeel behouden
blijven:
(3)
worden geschroefd.
op de vulopening
(6)
met de hand los.
(6)
langzaam met min. 1,1 liter water
(4)
weglopen alvorens de
(6)
op de vulopening
met de hand vast
(4)
tijdens het aanzuigen
(7)
naar de stand Aan.
(7)
naar de stand Uit.
(7)
naar de stand Uit.
(4)
kan ontsnappen.