1.3 Extra veiligheidsaanwijzingen
1.3.1 Gebruik volgens de voorschriften
Dit product kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder evenals
door personen met verminderde lichamelijke, sensorische of mentale capaciteiten
of gebrek aan ervaring en kennis, wanneer zij onder toezicht staan of m.b. t. het
veilige gebruik van het product werden geïnstrueerd en de daaruit voortvloeiende
risico's begrijpen. Kinderen mogen niet met het product spelen. Reiniging en
gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij ze
8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan.
Wij adviseren jongeren het product pas vanaf 16 jaar te gebruiken.
De GARDENA Besproeiingspomp is bedoeld voor het pompen van grond- en
regenwater, leidingwater en chloorhoudend water in tuinen van parti culieren en in
volkstuinen.
Het product is niet geschikt om langdurig te gebruiken (professioneel gebruik).
Het product is niet geschikt om continu te laten pompen.
1.3.1.1 Pompvloeistoffen:
Met de GARDENA Besproeiingspomp mag alleen water worden getranspor-
teerd.
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Het is verboden zout water, vervuild water, bij tende, licht ont vlambare of
explo sieve stoffen (bijv. benzine, petroleum, nitroverdunmiddel), olie, stookolie
en levensmiddelen te pompen.
1.3.1.2 Drukopvoering:
De ingangsdruk moet door middel van een instelbare drukbegrenzingsklep
worden beveiligd. Bij gebruik van de pomp ter drukversterking mag de maxi-
maal toegestane binnendruk van 6 bar niet worden overschreden. De maxi-
male ingangsdruk bedraagt derhalve:
GARDENA Besproeiingspomp 4100 art. 9050
GARDENA Besproeiingspomp 4200 art. 9054
GARDENA Besproeiingspomp 4300 art. 9056
1.3.2 Aanvullende veiligheidsaanwijzingen inzake elektriciteit
GEVAAR!
Risico op hartstilstand!
Dit product genereert tijdens bedrijf een elektromagnetisch veld. Dit elektromag-
netische veld kan de functionaliteit van actieve of passieve medische implantaten
(bijv. pacemakers) beïnvloeden, wat kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
v Raadpleeg uw arts en de fabrikant van uw implantaat voordat u dit product
gebruikt.
v Na gebruik van het product moet de stekker uit het stopcontact worden
getrokken.
De pomp moet stabiel worden neergezet op een plaats die niet onder water kan
komen te staan. Zorg ervoor dat de pomp niet in het water kan vallen. Plaats de
pomp op veilige afstand (min. 2 m) van het transportmedium. Als extra veiligheid
kan een toegelaten aardlekschakelaar gebruikt worden.
v Vraag een erkend elektricien om advies.
Wanneer het netsnoer van dit product beschadigd wordt, moet het door de
fabrikant of diens servicedienst of door een dergelijke gekwalificeerde persoon
worden vervangen om risico's te voorkomen.
v Bescherm de stekker en het netsnoer tegen hitte, olie en scherpe randen.
v Draag de pomp niet aan de kabel en gebruik de kabel niet om de stekker
uit het stopcontact te trekken.
v Plaats de pomp op een plaats waar deze niet onder water kan komen te
staan.
v Regelmatig de aansluitleiding controleren.
v Onderwerp de pomp vóór gebruik (met name het netsnoer en de stekker)
altijd aan een visuele controle.
Een beschadigde pomp mag niet gebruikt worden.
v Laat de pomp in geval van schade beslist controleren door de GARDENA
servicedienst.
Veranderingen in de elektrische installatie mogen alleen worden uitgevoerd door
een erkend elektricien.
v Vóór het vullen, demontage of onderhoud moet de stroomtoevoer naar de
pomp worden onderbroken.
v Wanneer onze pompen met een generator worden gebruikt, moeten de
waarschuwingen van de fabrikant van de generator in acht worden genomen.
1.3.2.1 Kabels:
Wanneer er verlengsnoeren worden gebruikt, moeten deze voldoen aan de
minimale doorsnedes die staan vermeld in onderstaande tabel:
Spanning
Kabellengte
230 – 240 V / 50 Hz
Max. 20 m
230 – 240 V / 50 Hz
20 – 50 m
1.3.3 Aanvullende persoonlijke veiligheidsaanwijzingen
Kleinere onderdelen kunnen gemakkelijk worden ingeslikt.
v Houd kleine kinderen tijdens de montage uit de buurt.
Het gepompte water staat onder druk en kan, wanneer het direct op
het lichaam of in ogen terechtkomt, letsel veroorzaken.
Bij langer gebruik (> 5 min) tegen de gesloten drukzijde kan het water
in de pomp heet worden, hetgeen tot verwondingen door heet water
kan leiden.
v Laat de pomp max. 5 minuten tegen de gesloten drukzijde of weg-
blijvende watertoevoer in lopen.
Bij het wegblijven van water aan de aan zuigzijdevan de pomp, kan het
in de pomp aan wezige water zo heet worden, dat dit tot verwondingen
kan leiden als het water uit de pomp komt.
v Onderbreek de stroomtoevoer naar de pomp en laat het water
afkoelen.
v Open geen afsluitdoppen en schroefverbindingen, wanneer het water
heet is.
v Zorg ervoor dat de watertoevoer aan aanzuigzijde gewaarborgd is
alvorens de pomp opnieuw in gebruik te nemen en vul de pomp volledig
met water.
Wanneer slangen of leidingen in de zon liggen, kunnen deze heel heet
worden.
Gebruik het product niet met loshangend haar.
Bij de aansluiting van de pomp op de huis waterinstallatie moeten de voor het land
geldende sanitaire voorschriften worden aangehouden om te voorkomen dat niet-
drink water wordt teruggezogen.
v Informeer bij een sanitairspecialist.
v Max. 2,4 bar
Om drooglopen van de pomp te voorkomen dient u erop te letten dat de aanzuig-
slang zich steeds in het doorvoermedium bevindt.
v Max. 2,1 bar
v Vul de pomp vóór elke ingebruikname tot aan de overloop (min. 1,1 l) met
v Max. 1,7 bar
water!
v Let erop dat bij het vullen van de pomp met water geen slangen en verbrui-
kers op de pomp zijn aangesloten en de pomp altijd horizontaal staat.
v Let erop dat de slangen zonder knikken liggen.
Zand en andere schurende stoffen in de doorvoervloeistof leiden tot snellere
slijtage en capaciteitsvermindering van de pomp.
v Gebruik bij water dat zand bevat een voorzetfilter voor pompen.
Het pompen van vervuild water, bijv. door stenen, dennennaalden e. d, kan leiden
tot beschadiging van de pomp.
v Pomp geen verontreinigd water.
De minimale doorstroomhoeveelheid bedraagt 90 l/h (1,5 l/min). Aansluitappara-
ten met een lagere doorvoercapaciteit mogen niet worden gebruikt.
2. MONTAGE
Letselgevaar door onopzettelijk starten.
v Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
2.1 Standplaats:
• Bij installatie onder de waterspiegel moet een afsluitvoorziening worden
ingebouwd, zodat er geen ongewenst waterverlies ontstaat.
• De standplaats moet horizontaal, stevig en droog zijn waardoor de
pomp stabiel staat.
• De afstand tot het water moet ten minste 2 meter bedragen.
• De pomp moet stabiel worden neergezet op een plaats die niet onder
water kan komen te staan met voldoende ventilatie rond de ventilatie-
gleuf.
• De afstand tot de wanden moet minstens 5 cm bedragen.
• Via de ven ti latiesleuven mag geen vuil (bijv. zand of aarde) worden
aangezogen.
2.2 Slang aan aanzuigzijde aansluiten [ afb. A6 ]:
Doorsnede
De aansluiting aan aanzuigzijde
33,3 mm (G 1").
1,5 mm²
aansluitstuk aan aanzuigzijde mag alleen met de hand worden
2,5 mm²
vastgedraaid [ afb. A2 ].
GEVAAR!
Verstikkingsgevaar!
GEVAAR!
Gevaar voor letsel door heet water!
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
(1)
heeft een buitendraad van
17