Stalling
Veiligheid tijdens opslag
•
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje,
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen
voordat u ze stalt.
•
U mag de machine of brandstof niet opslaan in
de nabijheid van een open vuur of binnenshuis
brandstof aftappen.
•
Verwijder het contactsleuteltje en bewaar dit op
een veilige plaats buiten het bereik van kinderen.
Reinigen en opslaan
1.
Schakel de messchakelaar uit, stel de
parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje
naar U
en verwijder het sleuteltje.
IT
2.
Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de
gehele machine verwijderen, met name van de
motor en het hydraulische systeem. Vuil en kaf
van de buitenkant van de cilinder, de koelribben
van de cilinderkop en het ventilatorbehuizing
verwijderen.
Belangrijk:
U kunt de machine met een mild
reinigingsmiddel en water wassen. Was de
machine nooit met een hogedrukreiniger.
Gebruik niet te veel water, vooral niet in de
buurt van het bedieningspaneel, de motor,
de hydraulische pompen en de accu.
3.
Controleer de rem; zie
(bladz.
64).
Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie
Onderhoud van het luchtfilter (bladz.
Smeer de machine; zie
4.
Ververs de olie in het carter; zie
controleren/motorolie verversen (bladz.
Controleer de bandenspanning; zie
bandenspanning controleren (bladz.
Vervang het hydraulische filter; zie
vloeistof verversen en de filter vervangen (bladz.
72).
Laad de accu op; zie
Schraap dik aangekoekt gras en vuil van
de onderkant van de maaimachine. Spoel
vervolgens de machine schoon met een
tuinslang.
Opmerking:
Laat de machine na reiniging 2 tot
5 minuten lopen met de messchakelaar (aftakas)
ingeschakeld en de motor op hoog stationair.
Onderhouden remmen
49).
Smering (bladz.
45).
Motoroliepeil
50).
De
60).
Hydraulische
Accu opladen (bladz.
57).
5.
Controleer de staat van de maaimessen;
raadpleeg
De maaimessen controleren (bladz.
75).
Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt
gebruikt, moet deze worden voorbereid op
stalling. De machine wordt als volgt voorbereid
op stalling:
A.
Laat de motor 5 minuten lopen om
de stabilizer/conditioner door het
brandstofsysteem te verspreiden.
B.
Zet de motor af, laat deze afkoelen en laat
de brandstoftank leeglopen; zie
van de brandstoftank (bladz.
Opmerking:
lopen totdat hij afslaat.
C.
U moet brandstof op de juiste wijze
afvoeren. Verwerk deze volgens de
plaatselijk geldende voorschriften.
Belangrijk:
stabilizer/conditioner bevat niet langer
dan aanbevolen door de fabrikant van
de stabilizer.
6.
Controleer alle bouten, schroeven en moeren
en draai deze vast. Repareer of vervang
beschadigde delen.
7.
Werk alle krassen en beschadigingen van de lak
bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende
servicedealer.
8.
Stal de machine in een schone, droge garage
of opslagruimte. Verwijder het sleuteltje uit het
contact en bewaar dit buiten bereik van kinderen
of onbevoegde personen. Dek de machine af
om deze te beschermen en schoon te houden.
83
Onderhoud
56).
Start de motor en laat hem
Bewaar brandstof die