3.
Neem plaats op de stoel, stel de parkeerrem in
werking, schakel de messchakelaar
rijhendels in de vergrendelde N
Start nu de motor. Laat de motor lopen en zet
de parkeerrem vrij, schakel de messchakelaar
(aftakas) in en kom iets overeind uit de
bestuurdersstoel. De motor moet afslaan.
4.
Neem plaats op de stoel, stel de parkeerrem in
werking, schakel de messchakelaar (aftakas)
U
en zet de rijhendels in de V
IT
. Start nu de motor. Als de motor
NEUTRAALSTAND
loopt, centreert u een van beide rijhendels en
beweegt u deze (vooruit of achteruit). De motor
moet nu stoppen. Herhaal deze procedure bij de
andere rijhendel.
5.
Neem plaats op de stoel, schakel de parkeerrem
uit, schakel de messchakelaar (aftakas) U
en zet de rijhendels in de V
. Probeer de motor te starten; de
NEUTRAALSTAND
motor mag nu niet gaan draaien.
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren
verschuiven. De stand van de stoel moet zo zijn
dat u de machine het best kunt bedienen en dat u
comfortabel zit
(Figuur
Figuur 13
en zet de
UIT
EUTRAALSTAND
ERGRENDELDE
ERGRENDELDE
13).
Bestuurdersstoel
ontgrendelen
.
1.
Beweeg de stoel zo ver mogelijk naar achteren.
Opmerking:
tegen aan komt wanneer u hem omhoog brengt.
2.
Duw de stoelvergrendeling naar achteren om de
stoel te ontgrendelen.
3.
Zet de stoel omhoog
Opmerking:
de machine onder de stoel komen.
IT
1. Stoelvergrendeling
2. Brandstoftankdop
De stoelophanging
verstellen
De stoel kan worden versteld zodat u prettig en
comfortabel kunt rijden. Zet de stoel in een stand die
g019754
voor u het meest comfortabel is.
Om de stoel te verstellen, draait u de knop in een van
beide richtingen om de meest comfortabele positie
te verkrijgen
(Figuur
23
Dit voorkomt dat de stoel ergens
(Figuur
14).
Hierdoor kunt u bij het deel van
Figuur 14
3. Stoel
15).
g000950