4.
Als u scheuren, slijtage of groefvorming in dit
deel constateert, moet u direct een nieuw mes
monteren
(Figuur
Figuur 101
1. Snijrand
2. Gebogen deel
Controle op kromme messen
Opmerking:
De machine moet op een egaal
oppervlak staan voor de volgende procedure.
1.
Zet het maaidek op de hoogste maaipositie.
2.
Trek dikke handschoenen of andere adequate
handbescherming aan en draai langzaam het
mes in een stand die meting mogelijk maakt van
de afstand tussen de maairand en het egale
oppervlak waarop de machine staat
102).
Figuur 102
1. Maaidek
2. Asbehuizing
3.
Meet de afstand tussen het uiteinde van het mes
en de vlakke ondergrond
101).
3. Slijtage/groefvorming
4. Scheur
(Figuur
3. Mes
(Figuur
103).
g006530
1. Mes, in meetstand
2. Vlakke ondergrond
3. Gemeten afstand tussen mes en de ondergrond (A)
4.
Draai hetzelfde mes 180 graden, zodat de
maairand aan de andere kant nu in dezelfde
stand staat
1. Mes, eerder gemeten kant
2. Eerder gebruikte meetstand
3. Andere kant van mes die in meetstand wordt gebracht
5.
Meet de afstand tussen het uiteinde van het mes
en de vlakke ondergrond
Opmerking:
g014972
3 mm bedragen.
76
Figuur 103
(Figuur
104).
Figuur 104
(Figuur
105).
De speling mag niet meer dan
g014973
g014974