Telefoonfuncties
Functie
CTI Applications (CTI-toepassingen)
Device Invoked Recording (Door apparaat
gestarte opname)
Doorverbonden gesprek parkeren
Doorverbonden gesprek opnemen
Omleiden
Niet storen (NST)
NST en indicatie voor gesprek
doorschakelen op niet-geselecteerde
lijntoets
Noodoproepen
EnergyWise
Enhanced Secure Kruiscluster Extension
Mobility (EMCC)
Telefoonfuncties en instellingen
6
Beschrijving en meer informatie
Met een CTI-routepunt (Computer Telephony Integration) kan een virtueel apparaat
worden aangewezen om meerdere, gelijktijdige gesprekken te ontvangen voor
toepassingsbeheerde omleiding.
Biedt eindgebruikers de mogelijkheid hun telefoongesprekken via een schermtoets te
registreren.
Daarnaast kunnen beheerders telefoongesprekken blijven registreren via de
CTI-gebruikersinterface.
Hiermee kan een gebruiker een actief gesprek doorverbinden met een voor een specifiek
gesprek beschikbaar parkeernummer dat de gebruiker kiest of snelkiest. Met de knop
BLF parkeerfunctie wordt aangegeven of een parkeernummer van een doorverbonden
gesprek bezet is en wordt snelkeuzetoegang geboden tot het parkeernummer van het
doorverbonden gesprek.
Opmerking
Als u de functie Doorverbonden gesprek parkeren implementeert, kan de
schermtoets Parkeren niet worden geconfigureerd. Hiermee wordt voorkomen
dat gebruikers de twee parkeerfuncties verwarren.
Hiermee kan een gebruiker rechtstreeks een inkomend gesprek voor een
telefoonlijstnummer opnemen door te drukken op de schermtoets Groepsgesprek opnemen
en het telefoonlijstnummer in te voeren van het apparaat dat overgaat.
Hiermee kan een gebruiker een inkomend gesprek, verbonden gesprek of een gesprek in
de wacht rechtstreeks doorverbinden met een voicemailberichtensysteem. Wanneer een
gesprek wordt omgeleid, wordt de lijn beschikbaar om nieuwe gesprekken tot stand te
brengen of te ontvangen.
Wanneer Niet storen (NST) is ingeschakeld, gaat de telefoon niet hoorbaar over tijdens
de inbelstatus van een gesprek en vinden er geen enkele hoorbare of visuele meldingen
plaats.
Geeft de pictogrammen voor NST en gesprek doorschakelen weer naast het label voor
de lijntoets. De lijntoets moet worden ingeschakeld met de functie voor toetssynchronisatie.
De lijntoets moet ook worden ingeschakeld met NST of gesprek doorschakelen.
Hiermee kunnen gebruikers noodoproepen plaatsen. De hulpdiensten ontvangen de locatie
van de telefoon en een terugbelnummer dat moet worden gebruikt wanneer de verbinding
tijdens de noodoproep onverwacht wordt verbroken.
Hiermee kan een IP-telefoon op vooraf bepaalde tijden in sluimerstand worden geplaatst
(uitgeschakeld) en in wekstand (inschakelen) met het oog op energiebesparing.
Hiermee wordt de EMCC-functie (Secure Kruiscluster Extension Mobility) verbeterd
door de netwerk- en beveiligingsconfiguraties op de aanmeldingstelefoon te behouden.
Hierdoor worden beveiligingsbeleidsregels gehandhaafd, wordt netwerkbandbreedte
behouden en worden netwerkfouten binnen de bezoekende cluster (VC/Visiting Cluster)
voorkomen.
Telefoonfuncties en instellingen