Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Papierstoringen Verhelpen - Lexmark X748 Naslaggids

Inhoudsopgave

Advertenties

2
Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst,
dient u de papiergeleiders aan te passen.
3
Blader in het startscherm naar:
FTP > FTP >
> voer de naam van de ontvanger in > Bladeren
naar snelkoppelingen > naam van de ontvanger > Zoeken
Scannen naar een computer of
flashstation
Scannen naar een computer
1
Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw
webbrowser.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u:
het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in
het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres
in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
2
Klik op Scanprofiel > Maken.
3
Selecteer de scaninstellingen en klik op Volgende.
4
Selecteer de locatie op de computer waar u het gescande
uitvoerbestand wilt opslaan.
5
Voer een scannaam in.
De scannaam is de naam die wordt weergegeven in de lijst
Scanprofiel op de display.
6
Klik op Verzenden.
7
Bekijk de aanwijzingen op het scherm Scanprofiel.
Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegewezen nadat u
op Verzenden hebt geklikt. Als u klaar bent om uw documenten te
scannen, kunt u dit snelkoppelingsnummer gebruiken.
a
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog
en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde
naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items,
transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals
knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de
glasplaat.
b
Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders
aanpassen.
c
Druk op
en voer het snelkoppelingsnummer in met het
toetsenblok. Of raak in het startscherm Wachttaken en
Profielen aan.
d
Nadat u het snelkoppelingsnummer hebt ingevoerd, wordt het
document gescand en naar de opgegeven map of het
programma verzonden. Als u Profielen) hebt geselecteerd in
het startscherm, zoekt u het snelkoppelingsnummer op in de
lijst.
8
Ga naar de computer om het bestand weer te geven.
Het uitvoerbestand wordt opgeslagen op de locatie die u hebt
opgegeven of wordt geopend in het programma dat u hebt
ingesteld.
Scannen naar een flashstation
1
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en
de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items,
transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels
uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2
Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders
aanpassen.
3
Plaats het flashstation in de USB-poort aan de voorkant van de
printer.
Het beginscherm voor het USB-station wordt weergegeven.
4
Selecteer de doelmap en raak Scannen naar USB-station aan.
5
Pas de scaninstellingen aan.
6
Raak Scannen aan.

Papierstoringen verhelpen

Selecteer papier en speciaal afdrukmateriaal zorgvuldig en plaats het
correct om papierstoringen te voorkomen. Zie "Papierstoringen
voorkomen" op pagina 19 voor meer informatie. Als er toch papier
vastloopt, voert u de stappen uit die in dit hoofdstuk worden
beschreven.
19
Opmerking: De optie Correctie papierstoring wordt standaard
ingesteld op Auto. De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af,
tenzij het geheugen om de pagina's op te slaan benodigd is voor
andere afdruktaken.
Papierstoringen voorkomen
Papier correct plaatsen
Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst.
Papier correct plaatsen
Papier incorrect plaatsen
Verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken.
Plaats geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken. Plaats
afdrukmateriaal voordat u gaat afdrukken of wacht tot u wordt
gevraagd afdrukmateriaal te plaatsen.
Plaats niet te veel papier in de printer. Zorg ervoor dat de stapel
niet hoger is dan de aangegeven maximale stapelhoogte.
Zorg ervoor dat de geleiders in de papierlade of de universeellader
op de juiste wijze zijn ingesteld en niet te strak tegen het papier of
de enveloppen zijn geplaatst.
Duw alle laden stevig in de printer nadat u het papier hebt
geplaatst.
Gebruik aanbevolen papier
Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal.
Plaats nooit gekreukt, gevouwen, vochtig, gebogen of
kromgetrokken papier.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave