4
Plaats het papier of speciaal materiaal. Schuif de stapel zo ver
mogelijk in de universeellader.
Opmerkingen:
•
Zorg ervoor dat de stapel met papier of speciaal
afdrukmateriaal niet hoger is dan de aanduiding voor de
maximale stapelhoogte.
•
Plaats nooit papier of speciaal afdrukmateriaal van
verschillende formaten en soorten tegelijk.
•
Papier of speciaal afdrukmateriaal hoort vlak in de
universeellader te liggen.
•
Als het papier of speciale afdrukmateriaal te ver in de
universeellader is geduwd, drukt u op de
papierontgrendelingshendel om het papier te verwijderen.
•
Plaats enveloppen met de flap aan de rechterkant omhoog
en zorg dat de zijde voor de postzegel als eerste in de printer
wordt ingevoerd.
Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met
postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte
binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze
enveloppen kan de printer ernstig beschadigen.
5
Controleer of op het bedieningspaneel van de printer de
papiersoort en het papierformaat zijn ingesteld op basis van het
papier dat u in de lader hebt geplaatst.
Laden koppelen en ontkoppelen
Als de instellingen voor papierformaat en -soort gelijk zijn voor
bepaalde laden, worden de laden automatisch gekoppeld. Als een van
de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende
gekoppelde invoerlade gebruikt. U kunt unieke papiersoorten, zoals
briefhoofdpapier of normaal papier in verschillende kleuren, het beste
verschillende aangepaste namen geven zodat de laden waarin de
papiersoorten zich bevinden, niet automatisch worden gekoppeld.
Laden ontkoppelen
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm
van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers
gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk
uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Klik op Instellingen >Menu Papier.
3
Wijzig de instellingen voor papierformaat en -soort van de lade,
zodat deze niet overeenkomen met de instelling van een andere
lade en klik op Verzenden.
Let op—Kans op beschadiging: Het papier in de lade moet
overeenkomen met de naam van de papiersoort die op de printer is
toegewezen. De temperatuur van het verhittingsstation is afhankelijk
van de opgegeven papiersoort. Als de instellingen niet correct zijn
geconfigureerd, kunnen er afdrukproblemen optreden.
Laden koppelen
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm
van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers
gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk
uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Klik op Instellingen >Menu Papier.
13
3
Wijzig de instellingen voor papiersoort en -formaat van de lade,
zodat deze overeenkomen met de instelling van een andere lade
en klik op Verzenden.
Een aangepaste naam maken voor een
papiersoort
Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de Embedded Web
Server gebruiken om een andere naam dan Aangepast [x] op te geven
voor de aangepaste papiersoorten die in de printer zijn geplaatst.
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm
van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers
gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk
uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Ga naar:
Instellingen >Menu Papier >Aangepaste naam > typ een
naam >Verzenden
Opmerking: deze aangepaste naam komt op de plaats van de
naam van Aangepast [x] in de menu's Aangepaste soorten en
Papierformaat/-soort.
3
Ga naar:
Aangepaste soorten > selecteer een papiersoort >Verzenden
Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen
Wijs een aangepaste papiersoortnaam aan een lade toe bij het
koppelen of ontkoppelen van laden.
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm
van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers
gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk
uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Klik op Instellingen >Menu Papier >Aangepaste namen.
3
Typ een naam voor de papiersoort en klik op Verzenden.