e) Configuratiebestand via website maken
• Na het uitvoeren van de configuratie-instellingen, selecteer "CONFIGURATIE MAKEN" om het configuratiebestand
naar uw computer te downloaden.
• Een nieuw venster verschijnt om de naam van het configuratiebestand te wijzigen. De standaard naam is "Setlog".
Indien nodig, wijzig de naam van het bestand.
• Bevestig de bestandsnaam door te klikken op "CONFIGURATIE MAIKEN". Uw configuratiebestand is naar uw
computer gedownload/geïmporteerd.
f) Configuratiebestand dat op de website is gemaakt naar de datalogger
overdragen.
• Verwijder de beschermkap van de datalogger.
• Sluit de datalogger aan op uw computer.
• Sleep het configuratiebestand vanaf de downloadmap van uw computer en zeer neer in de map van de datalogger
om de configuratie uit te voeren.
• Het groene LED-controlelampje (3) knippert tweemaal wanneer het configuratiebestand met succes op de data-
logger is geïnstalleerd.
• Als de datalogger is geconfigureerd, ontkoppel de datalogger van uw computer.
g) Configuratie-instellingen opnieuw bekijken
• Startmodus is gebaseerd op de configuratie-instelling "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME".
• Stopmodus is gebaseerd op de configuratie "STOPWIJZE".
• U kunt controleren welke startmodus er actief is door het bestaande configuratiebestand in de webinterface of in
het PDF-rapport te laden, of door het functiemenu van de datalogger te openen.
• U kunt controleren welke stopmodus er actief is door het bestaande configuratiebestand in de webinterface te
laden, of door het functiemenu van de datalogger te openen.
• Voor meer informatie over het laden van de bestaande configuratie-instellingen, raadpleeg "Andere instellingen"
on page 98.
• Voor meer informatie over het openen van het functiemenu, raadpleeg "a) Functiemenu openen" on page 104.
99