Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
"METING" opties - "BASISINSTELLING"
Selecteer "METING" in de navigatiebalk en open instellingen in "BASISINSTELLING".
De logger-ID is een identificatie bestaande uit 4 cijfers. Voer een getal tussen 0000 en 9999
in, bijv. 0014.
LOGGER-ID
Maak gebruik van verschillende logger-ID's om de dataloggers te identificeren, bijv. ver-
schillend configuratiebestand voor verschillend gebruik.
Selecteer een van volgende opties om te bepalen wanneer de datalogger start met opne-
men. Elke optie heeft een standaard stopinstelling.
"ONMIDDELLIJK TOT GEHEUGEN VOL": Datalogger start onmiddellijk met opnemen van
gegevens totdat het geheugen vol is.
"START BIJ DRUKKEN OP DE KNOP": Datalogger start met opnemen nadat de EN-
STARTVOOR-
TER (7) knop enkele seconden is ingedrukt. Datalogger stopt met opnemen totdat het
WAARDE VAN
geheugen vol is.
OPNAME
"START BIJ STARTTIJD": Datalogger start met opnemen op een bepaalde datum en tijd
totdat het geheugen vol is.
"START/STOPTIJD": Datalogger start en stop met opnemen van gegevens op een bepaal-
de datum en tijd.
"CIRCULAIR VASTLEGGEN" Datalogger start onmiddellijk en circulair met het vastleggen
STARTVOOR-
van gegevens. De nieuwste gegevens overschrijven de oudste gegevens. Het opnemen/
WAARDE VAN
registreren stopt eenmaal de batterij leeg is of "CIRCULAIR VASTLEGGEN" tijdens de
OPNAME
configuratie werd vervangen door een andere "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME".
Selecteer een van volgende opties om te bepalen wanneer de datalogger stopt met
opnemen.
"GEEN" Er is geen stopvoorwaarde aangegeven. Datalogger stopt met met opnemen op
basis van de "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME" instelling.
STOPWIJZE
"STOPKNOP": Datalogger stopt met opnemen nadat de ENTER (7) knop enkele seconden
is ingedrukt.
"NA MAKEN VAN PDF": Datalogger stopt met opnemen nadat PDF-rapport is gegenereerd.
STARTTIJD
Bepaal de datum en tijd wanneer de opname van gegevens moet starten.
STOPTIJD
Bepaal de datum en tijd wanneer de opname van gegevens moet stoppen.
STARTUITSTEL
Bepaal de uitsteltijd of onmiddellijke start van de opname.
MINUTEN
Bepaal hoe vaak de datalogger meet en gegevens registreert in "MINUTEN" of "UREN".
TESTSNELHEID
Deze waarde wordt automatisch berekend op basis van de testsnelheid en kan niet door de
OPNAMETIJD
gebruiker worden ingesteld.
96
Wanneer u de datalogger bij een extreem lage temperatuur gebruikt, kies een
langere testsnelheid om het stroomverbruik te verlagen en de levensduur van de
batterij te verlengen.
Advertenties
