1.4.6. Speciale werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
De in de gebruiksaanwijzing voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectieactiviteiten en -termijnen
moeten worden aangehouden inclusief specificaties voor het vervangen van onderdelen/deeluitrustingen! Deze
werkzaamheden mogen alleen door bevoegd vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Bedieningspersoneel moet vóór het begin van de uitvoering over speciale- en instandhoudingswerkzaamheden
worden geïnformeerd. Toezichtpersoneel benoemen!
Wanneer de machine bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden compleet uitgeschakeld is, moet deze tegen
onverwacht opnieuw inschakelen worden beveiligd.
Vóór het reinigen moeten alle openingen worden afgedekt en afgeplakt worden waarin uit veiligheids- en/of
functionele redenen geen reinigingsmiddelen mogen indringen. Vooral elektrische motoren, schakelaars en
stopcontacten vormen een groot risico. Na de reiniging moeten de afdekkingen/plakmiddelen weer volledig
verwijderd worden!
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten losgemaakte schroefverbindingen steeds worden vast
gedraaid!
Indien de demontage van veiligheidsinrichtingen voor het gereedmaken, onderhouden en repareren noodzakelijk
is, moet direct na de afsluiting van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de montage en de controle van
de veiligheidsinrichtingen plaatsvinden!
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale snelheid van
de machine is, worden gebruikt.
1.5. Instructies voor speciale risicotypes
1.5.1. Gevaren voor de operator door de machine
Voordat de bedieningsplek wordt verlaten, moet de brandstofmotor buiten werking worden gesteld en het
werktuig mag niet meer draaien. Er bestaat een risico op letsel door een roterend werktuig.
Werkzaamheden op de machine en het omzetten met roterend werktuig zijn verboden.
De brandstofmotor van de machine mag alleen voor doelgericht gebruik in werking worden gesteld.
1.5.2. Elektrische energie
Enkel originele zekeringen met voorgeschreven stroomsterkte gebruiken! Bij gevaar moet de machine meteen
worden uitgeschakeld! Elektrische werkzaamheden mogen alleen door gediplomeerd vakkundig personeel
worden uitgevoerd.
Er mogen alleen onderhouds- en reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd wanneer de brandstofmotor is
uitgeschakeld en het werktuig niet meer draait. De transportstand moet in acht worden genomen!
De elektrische uitrusting van de machine moet regelmatig geïnspecteerd/gecontroleerd worden. Gebreken, zoals
losse verbindingen of beschadigde kabels dienen onmiddellijk verholpen te worden. Om te voorkomen dat de
machine door andere personen in werking wordt gesteld, moet de machine gemerkt worden.
14/42