1.4.3. Werking
Elke onveilige werkwijze is verboden!
Neem maatregelen zodat de machine alleen in veilige en functionele toestand kan worden ingezet.
Tenminste een maal per ploeg de machine op uiterlijk herkenbare beschadigingen en gebreken controleren!
Veranderingen die zijn ontstaan (inclusief het werkingsgedrag) moeten onmiddellijk aan de verantwoordelijke
plaats/persoon worden gemeld! Zet de machine evt. direct stil en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen.
Bij functiestoringen moet de machine/installatie onmiddellijk worden gestopt en stil gezet. Laat storingen
onmiddellijk verhelpen! Elektrische werkzaamheden mogen alleen door hiervoor opgeleid personeel worden
uitgevoerd!
Maak alleen gebruik van geschikte en gekeurde werktuigen.
Ter bescherming voor versnelling moet de diepte-instelling langzaam en stapsgewijs in de ondergrond worden
ingereden. Elk contact met het roterende werktuig moet worden voorkomen.
Het werken zonder resp. met geopende beschermkap van de borstels of afdekking van de aandrijfriem is
verboden. De operator moet tegen roterende delen worden beschermd.
1.4.4. Speciale werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
De in de gebruiksaanwijzing voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectieactiviteiten en -termijnen
moeten worden aangehouden inclusief specificaties voor het vervangen van onderdelen/deeluitrustingen! Deze
werkzaamheden mogen alleen door bevoegd vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Bedieningspersoneel moet vóór het begin van de uitvoering over speciale- en instandhoudingswerkzaamheden
worden geïnformeerd. Benoem toezichtspersoneel!
Wanneer de machine bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden compleet uitgeschakeld is, moet deze tegen
onverwacht opnieuw inschakelen worden beveiligd.
Vóór het reinigen moeten alle openingen worden afgedekt en afgeplakt worden waarin uit veiligheids- en/of
functionele redenen geen reinigingsmiddelen mogen indringen. Vooral elektrische motoren, schakelaars en
stopcontacten vormen een groot risico. Na de reiniging moeten de afdekkingen/plakmiddelen weer volledig
verwijderd worden!
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten losgemaakte schroefverbindingen steeds worden vast
gedraaid!
1.4.5. Omzetten van de machine
Het omzetten van de machine mag alleen bij stilstaand werktuig worden uitgevoerd.
Voordat de bedieningsplek wordt verlaten, moet de brandstofmotor buiten werking worden gesteld en het
werktuig mag niet meer draaien. Er bestaat een risico op letsel door een roterend werktuig.
De operator mag de machine niet verlaten wanneer de parkeerrem er niet op gezet werd. De machine moet
tegen wegrollen worden beveiligd.
13/42