11 Toepassingen en functies
Pompbewaking
Werkingsprincipe
50
Voordat de nieuw gekozen pomp inschakelt, moet de ingestelde
inschakelvertraging voor deze pomp zijn afgelopen.
Bij een pompsturing bestaat bovendien de mogelijkheid, een pomp-
bewaking in te schakelen. Hierbij is een terugmeldsignaal aan de
betreffende digitale ingang nodig. De digitale ingangen zijn aan relais
1:1 toegekend. De digitale ingang 1 werkt op relais 1 enz.
Bij de pompbewaking zijn de volgende twee bedrijfsmodi aanwezig:
•
Pompbewaking met pompterugmelding
•
Pompbewaking met pompstand-by
Pompbewaking met pompterugmelding
Wanneer de pompbewaking voor een relais is ingeschakeld, dan
start bij het inschakelen van het relais een timer (tijdinstelling met
parameter " Terugmeldtijd"). Wanneer binnen de gedefinieerde
terugmeldtijd op de betreffende digitale ingang de pompterugmelding
van de pomp komt, blijft het pomprelais aangetrokken, anders wordt
het relais direct uitgeschakeld en een storingsmelding uitgestuurd.
Een storingsmelding en het uitschakelen van het relais volgt ook,
wanneer het relais al is ingeschakeld en het pompterugmeldsignaal
tijdens de looptijd van de pomp verandert. Bovendien wordt een nog
uitgeschakeld relais van de pompsturing gezocht en in plaats van
het gestoorde relais wordt dit ingeschakeld. Een low-signaal op de
digitale ingang wordt als foutsignaal van de pomp gezien. Om de
storingsmelding op te heffen, moet op de digitale ingang het signaal
naar " goed" omschakelen.
Pompbewaking met pompstand-by
De werking komt overeen met de " Pompbewaking met pompterug-
melding" met als verschil, dat in deze bedrijfsmodus geen storings-
melding wordt uitgestuurd, maar alleen de Namur-status " Onderhoud
nodig". Wanneer de pomp niet gereed is (bijv. onderhoudsbedrijf), kan
dit via de digitale ingang worden gesignaleerd, er wordt dan alleen de
Namur-status " Onderhoud nodig" uitgestuurd en geen storingsmel-
ding. De andere aangesloten pompen worden dan automatisch voor
de pompregeling gebruikt, tot de pomp in onderhoudsbedrijf weer
gereed is.
11.2.3
Toepassingsvoorbeeld pompregeling 3/4
De pompsturing 3/4 wordt gebruikt, om meerdere pompen met
dezelfde functie afwisselend en in een vastgestelde volgorde aan te
sturen. Bij verhoogde vraag kunnen alle pompen afhankelijk van de
ingestelde schakelpunten ook tegelijkertijd draaien. Door deze maat-
regel wordt een gelijkmatige belasting van de pompen gerealiseerd
en de bedrijfszekerheid verbeterd.
Alle relais met geactiveerde pompsturing zijn niet aan een bepaald
schakelpunt toegekend, maar worden afwisselend in- en uitgescha-
keld. De regelaar kiest bij het bereiken van een inschakelpunt dat
relais, welke als volgende aan de beurt is. Bij het bereiken van een
uitschakelpunt worden de relais weer uitgeschakeld in volgorde waar-
in deze werden ingeschakeld.
VEGAMET 862 • 4 ... 20 mA/HART