Inhoudsopgave
Advertenties
Standaard en montage
De pomp kan heel zwaar zijn (zie Technische
specificaties voor specifieke gewichten). Als de
pomp moet worden verplaatst, volg de Drukontlas-
tingsprocedure op pagina 13 en laat de pomp door
twee mensen bij het uitlaatspruitstuk optillen of
gebruik geschikte hefuitrusting. Laat de pomp nooit
door één persoon verplaatsen of optillen.
Bij pompen die met een standaard worden geleverd,
moet de pomp op de standaard worden gemonteerd
voordat hij op het montageoppervlak wordt bevestigd.
Zorg ervoor dat de pomp stevig op de standaard is
bevestigd.
Maten standaard:
Pomptype
Artikelnr.
Verticale 4150
25P104
scharnierklep
Horizontale
25N991
scharnierklep
Draaibaar
24L978
1040
25P103
1. Zorg ervoor dat het montagevlak effen is en
voldoende stevig is om het gewicht te dragen van
de pomp, leidingen en toebehoren, en de
mechanische belasting die door het werken van de
pomp ontstaat.
2. Monteer het geheel van pomp en standaard op
een effen oppervlak en bevestig het geheel op het
montagevlak. Zie voor afmetingen van de monta-
gegaten voor uw pomp de Pompafmetingen,
pagina's 16-28.
OPMERKING: Bevestig de pomp zodanig dat het
luchtklepdeksel, de luchtinlaat en de inlaat- en
uitlaatpoorten voor vloeistof goed bereikbaar zijn,
zodat gebruik en onderhoud eenvoudig zijn.
3A7203E
Basisafmetingen
18,0 x 23,0 inch
(45,72 cm x 58,42 cm)
15,75 x 14,0 inch
(40,00 cm x 35,56 cm)
17,3 x 23,8 inch
(43,94 cm x 60,45 cm)
10,5 x 12,0 inch
(26,67 cm x 30,48 cm)
Luchtleiding
Uw systeem moet zijn voorzien van een zelfontlastend
hoofdluchtventiel (C) om lucht te laten ontsnappen
die tussen dit ventiel en de pomp is blijven zitten.
Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts in
werking zetten. Dit kan ernstig letsel tot gevolg
hebben, zoals het spatten in de ogen of op de huid.
Zie A
. 2.
FB
1. Installeer de luchtleidingstoebehoren zoals
aangegeven in Afb. A
luchtleiding die de toebehoren voedt is geaard.
a. Installeer een luchtregelaar (B) en luchtdruk-
meter (T) om de vloeistofdruk te regelen.
Wanneer de druk van de aangevoerde lucht
afneemt, zal de vloeistofuitlaatdruk van de
pomp afnemen.
b. Plaats één zelfontlastend hoofdluchtventiel
(C) dicht bij de pomp en gebruik het om
opgesloten lucht te laten ontsnappen. Plaats
het andere hoofdluchtventiel (A)
stroomopwaarts van alle toebehoren voor de
luchtleiding en gebruik die om de toebehoren
af te sluiten tijdens schoonmaak- en
reparatiewerkzaamheden.
c. Het luchtleidingsfilter (F) verwijdert schadelijk
vuil en vocht uit de aangevoerde perslucht.
2. Monteer een geleidende, geaarde, buigbare
luchtleiding (D) tussen de toebehoren en de
1/2 npt(f) luchtinlaat (F) van de pomp. Gebruik
een luchtleiding met een binnendiameter van ten
minste 9,5 mm (3/8 inch). Installeer zo nodig een
luchtleidingskoppeling (E) tussen de luchtleiding
(D) en de luchtinlaat van de pomp (F), en draai
stevig vast.
3-A-pompen: Indien er een leksensorset is
meegeleverd met uw 3A-pomp, raadpleeg dan
de meegeleverde handleiding van de set voor
informatie over de plaatsing van de sensoren.
Zie Bijbehorende handleidingen, pagina 2.
Installatie
. 2. Controleer of de
FB
9
Advertenties
Inhoudsopgave
