Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
Smering
De pomp werd in de fabriek gesmeerd. Hierdoor is er
voor de verdere levensduur van de pomp geen smering
meer nodig. Onder normale bedrijfsomstandigheden is
het toevoegen van een smeermiddel in de leiding niet
nodig.
De luchtklep is ontworpen om zonder smering te werken.
Als u wel smering wilt gebruiken, haalt u de slang iedere
500 gebruiksuren (of maandelijks) van de luchtinlaat van
de pomp en laat u twee druppels machineolie in de
luchtinlaat lopen.
Smeer de pomp niet te overdadig. Er kan dan
smeermiddel uit de geluiddemper komen, waardoor de
materiaaltoevoer of andere apparatuur vervuild kan
raken. Te veel smering kan ook de werking van de
pomp verstoren.
Spoelen en opslag
•
Spoel voordat de vloeistof in de apparatuur kan
indrogen op bevriezen, aan het einde van de dag,
vóór opslag en voordat u de apparatuur gaat
repareren.
•
Spoel op de laagst mogelijke druk. Controleer de
connectors op lekken en draai ze aan waar nodig.
•
Spoel met een ontsmettende oplossing die
compatibel is met de vloeistof die u afgeeft en met de
onderdelen van de apparatuur die in contact komen
met de vloeistof.
•
Het spoelschema is afhankelijk van het specifieke
gebruik.
•
De pomp moet altijd gedurende het gehele
spoelproces in werking zijn.
Spoel de pomp altijd door en volg de Drukontlastings-
procedure, pagina 13, voordat de pomp wordt
opgeslagen, ongeacht de duur van de opslagperiode.
1.
Steek de aanzuigbuis in het ontsmettingsmiddel.
2.
Open de luchtregelaar (B) om lucht met lage druk
naar de pomp te voeren.
3.
Laat de pomp lang genoeg lopen om de pomp en de
leidingen grondig te reinigen.
4.
Sluit de luchtregelaar.
5.
Verwijder de aanzuigleiding uit het ontsmettings-
middel en tap de pomp af.
3A7203E
LET OP
Regelmatige reiniging van
pompgedeelte dat in contact
komt met product
LET OP: De pomp en het systeem moeten gereinigd
worden conform de geldende standaardverordeningen
en lokale voorschriften op het gebied van hygiëne.
1.
Spoel het systeem door. Zie Spoelen en opslag
hierboven.
2.
Volg de Drukontlastingsprocedure, pagina 13.
3.
Wanneer de pomp voor het reinigen moet worden
gedemonteerd, zie de betreffende
reparatiehandleiding.
4.
Gebruik een borstel of een andere CIP-methode om
alle pomponderdelen die in contact komen met het
product, met een ontsmettingsmiddel met de door de
fabrikant aanbevolen temperatuur en concentratie te
wassen.
5.
Spoel deze onderdelen nogmaals met water en laat
ze daarna volledig opdrogen.
6.
Controleer de onderdelen en reinig de onderdelen
die nog vies zijn nogmaals.
7.
Dompel alle onderdelen die met het product in
contact komen in een goedgekeurd
ontsmettingsmiddel voordat u deze monteert. Laat
de onderdelen in het middel staan en haal ze er pas
een voor een uit op het moment dat u ze monteert.
8.
Smeer de klemmen, de klemoppervlakken en
pakkingen in met waterbestendig sanitair
smeermiddel.
9.
Laat voor gebruik ontsmettingsmiddel circuleren
door pomp en systeem. Laat de pomp lopen terwijl
het ontsmettingsmiddel circuleert.
Aansluitingen goed
vastdraaien
Controleer vóór gebruik altijd alle pompklemmen en
vloeistofkoppelingen en draai ze goed vast voordat
u de apparatuur gaat bedienen. Vervang versleten
of beschadigde onderdelen indien nodig.
Onderhoud
15
Advertenties
Inhoudsopgave
