1040 prestatiegrafiek
LUCHTDRUK
D luchtdruk van 8,4 bar (120 psi, 0,84 MPa)
C luchtdruk van 7 bar (100 psi, 0,7 MPa)
B luchtdruk van 4,8 bar (70 psi, 0,48 MPa)
A luchtdruk van 2,8 bar (40 psi, 0,28 MPa)
(Pomp getest in water met een
ondergedompelde inlaat)
De vloeistofuitlaatdruk berekenen
(psi/MPa/bar) bij een specifieke vloeistofstroom
(gpm/lpm) en bedrijfsluchtdruk (psi/MPa/bar):
1. Zoek de stroomsnelheid van de vloeistof onder in
de grafiek.
2. Volg de verticale lijn tot het snijpunt met de geko-
zen kromme voor de vloeistofuitlaatdruk.
3. Volg de schaal naar links en lees daar de vloei-
stofuitlaatdruk af.
3A7203E
140
(9.7, 0.97)
120
(8.3, 0.83)
100
(6.9, 0.69)
80
(5.5, 0.55)
60
(4.1, 0.41)
40
(2.8, 0.28)
20
(1.4, 0.14)
0
0
5
10
(19)
(38)
MATERIAALDOORSTROMING: gallon/m (l/m)
70
(1.87)
60
(1.61)
50
(1.34)
40
(1.07)
30
(0.80)
20
(0.54)
10
(0.27)
0
0
5
10
(19)
(38)
MATERIAALDOORSTROMING: gallon/m (l/m)
De luchtdruk van de pomp berekenen
(scfm of m
(gpm/lpm) en bedrijfsluchtdruk (psi/MPa/bar):
1. Zoek de stroomsnelheid van de vloeistof onder in
2. Volg de verticale lijn tot het snijpunt met de geko-
3. Volg de schaal naar links en lees daar de materi-
D
C
B
A
15
20
25
(57)
(76)
(95)
D
C
B
A
15
20
25
(57)
(76)
(95)
3
/min) bij een specifieke vloeistofstroom
de grafiek.
zen kromme voor het luchtverbruik.
aaluitlaatdruk af.
1040 specificaties
30
35
40
45
(114)
(132)
(151)
(170)
30
35
40
45
(114)
(132)
(151)
(170)
17