BEDIENING
Voor het eerste gebruik van de kookplaat
● de inductiekookplaat eerst grondig reinigen. Behandel inductiekookplaten als glasoppe-
rvlakken.
● bij het eerste gebruik kan het apparaat kortstondig gaan walmen, schakel daarom de
luchtventilatie in of zet een raam open.
● neem bij het bedienen van het apparaat de veiligheidsvoorschriften in acht.
Principes van de werking van een inductieveld
Dit systeem vereist het gebruik van pannen die gevoelig zijn voor de werking van een ma-
gnetisch veld.
De inductietechnologie heeft twee grote voordelen:
•
de warmte wordt uitsluitend door de pan overgedragen, het is mogelijk de warmte
maximaal aan te wenden,
•
het warmtetraagheidsverschijnsel treedt niet op, omdat het kookproces automatisch
begint op het moment dat de pan op de kookplaat wordt gezet en eindigt, zodra hij weer van
de kookplaat wordt afgehaald.
Veiligheidsinrichting:
Bij juiste installatie en correct gebruik van de kookplaat is slechts zelden een veiligheidsin-
richting noodzakelijk.
Ventilator: dient voor bescherming en koeling van de besturings- aan aandrijvingsonderdelen.
Hij werkt automatisch met twee verschillende snelheden. De ventilator gaat werken zodra
u de kookzones uitschakelt en werkt bij een uitgeschakelde kookplaat totdat het elektrische
systeem voldoende is afgekoeld.
Transistor: De temperatuur van de elektronische onderdelen wordt doorlopend gemeten
met een sensor. Als de temperatuur op gevaarlijke wijze stijgt, verlaagt dit onderdeel auto-
matisch het vermogen van de kookzone of schakelt de kookzones uit die zich het dichtst bij
de oververhitte elektronische onderdelen bevinden.
Detectie: pandetectie maakt de werking van de kookplaat en daarmee de verwarming mo-
gelijk. Kleine voorwerpen die op de kookzone worden gelegd (bv. een lepeltje, mes, ring ...)
worden niet herkend als pan en de kookplaat schakelt niet in.
Een elektrische generator drijft de spoel aan die zich in het
apparaat bevindt. Deze spoel wekt een magnetisch veld
op. Zodra een pan op de kookplaat wordt gezet, stromen er
inductiestromen door de pan.
Deze stromen maken van de pan een echte warmtebron,
terwijl het glasoppervlak van de kookplaat koel blijft.
51