Toerental van de
messenkooien instellen
Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en van
hoog niveau blijft en het gazon na het maaien een gelijkmatig
uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat de toerentalregeling van
de messenkooien juist is afgesteld. U stelt het toerental van
de messenkooien als volgt in:
1. In het InfoCenter (menu instellingen) kiest u het aantal
messen, de maaisnelheid en de maaihoogte zodat het
juiste messenkooitoerental wordt berekend.
2. Als verdere afstelling nodig is, kunt u in het menu
instellingen naar beneden scrollen tot u V messenkooi
tpm, A messenkooi tpm of beide ziet.
3. Druk op de rechterknop om het toerental te
veranderen. Als de toerentalinstelling wordt gewijzigd,
zal het display het toerental berekend op basis van de
instellingen van het aantal messen, de maaisnelheid en
de maaihoogte blijven weergeven; u zult echter ook de
nieuwe waarde zien.
Opmerking: U kunt het toerental van de
messenkooien verhogen of verlagen om veranderingen
in de gazonomstandigheden te compenseren.
Tegendruk van hefarmen
afstellen
U kunt de tegendruk op de hefarmen van het achtermaaidek
afstellen om de machine aan te passen voor verschillende
gazonomstandigheden en ervoor te zorgen dat de maaihoogte
constant blijft in zware omstandigheden of op terrein waar
een viltlaag is ontstaan.
U kunt elke tegendrukveer instellen op 4 verschillende
standen. Elke stand verhoogt of verlaagt de tegendruk op
het maaidek met 2,3 kg ten opzichte van de vorige stand.
De veren kunnen worden geplaatst op de achterkant van de
eerste actuator van de veer om alle tegendruk op te heffen
(vierde stand).
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem
in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Breng een buis of vergelijkbaar voorwerp aan over het
lange veeruiteinde en draai ze rond de actuator van de
veer tot de gewenste stand
VOORZICHTIG
De veren staan onder spanning.
Wees voorzichtig bij het afstellen.
(Figuur
33).
g019276
1. Veer
3. Herhaal deze procedure bij de andere veer.
De draaistand van de hefarm
instellen
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem
in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. De schakelaar van de hefarm bevindt zich onder de
hydraulische tank achter de hefarm rechts voor
34).
3. Draai de bevestigingsschroeven
de schakelaar los en zet de schakelaar lager om
de draaihoogte van de hefarm te verhogen of
hoger om de draaihoogte te verlagen. Draai de
bevestigingsschroeven vast.
1. Schakelaar
De machine duwen of slepen
In noodgevallen kan de machine vooruit worden bewogen
door de omloopklep in de regelbare hydraulische pomp in
werking te stellen en de machine te duwen of te slepen.
31
1
2
Figuur 33
2. Actuator van veer
(Figuur
34) van
Figuur 34
2. Sensor van hefarm
(Figuur