Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan 3–4,8
km per uur duwen of slepen omdat anders de transmissie
kan worden beschadigd. De omloopklep moet open zijn
als u de machine duwt of sleept.
1. De omloopklep bevindt zich links van hydrostaat
(Figuur
35). Draai de bout 1–1/2 slag om deze te
openen en de vloeistof inwendig om te laten leiden.
Opmerking: U kunt nu de machine langzaam
voortbewegen zonder dat de transmissie wordt
beschadigd.
Figuur 35
1. Omloopklep
2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de
klep met een torsie van maximaal 7 tot 11 Nm.
Belangrijk: Als u de motor laat lopen met een
geopende omloopklep, raakt de transmissie
oververhit.
Opkrikpunten
Opmerking: Plaats de machine op kriksteunen indien dit
nodig is.
•
Voor – rechthoekige blok, onder de asbuis, aan de
binnenzijde van beide voorwielen
(Figuur
36).
32
Figuur 36
1. Kriksteunpunt aan de voorzijde
•
Achter – rechthoekige asbuis op de achteras.
De bevestigingspunten
bepalen
•
Voor – het gat in de rechthoekige blok, onder de asbuis,
aan de binnenzijde van beide voorwielen
Figuur 37
1. Voorste bevestigingspunt
•
Achter – Beide zijden van het achterframe van de machine
(Figuur
38).
(Figuur
37).
G031851