Beschrijving van instrumentparameters
Opmerking
Beschrijving
44
De schakelgevoeligheid van de sensor wordt ingesteld met
de parameters SP1/rP1 of SP2/rP2. Omdat de
parameterinstelling van elkaar afhangen, worden de
parameters gezamenlijk beschreven.
• SP1 = schakelpunt 1
• SP2 = schakelpunt 2
• rP1 = terugschakelpunt 1
• rP2 = terugschakelpunt 2
• FL1 = onderwaarde venster 1
• FL2 = onderwaarde venster 2
• FH1 = bovenwaarde venster 1
• FH2 = bovenwaarde venster 2
De schakelgevoeligheid van de sensor kan worden
geconfigureerd met het schakelpunt en het
terugschakelpunt. De schakelgevoeligheid kan op het
medium worden aangepast.
• Sensor schakelt bij lichte bedekking = zeer gevoelig.
• Sensor schakelt bij zware afzettingen = niet gevoelig.
De ingestelde waarde voor het schakelpunt SP1/SP2 moet
lager zijn dan het terugschakelpunt rP1/rP2!
Een diagnosemelding verschijnt wanneer een schakelpunt
SP1/SP2 wordt ingevoerd die ≥ als het terugschakelpunt
rP1/rP2.
Wanneer het ingestelde terugschakelpunt rP1/rP2 is
bereikt, verandert weer een elektrische signaal aan de
schakeluitgang (OU1/OU2). Het verschil tussen de waarde
van het schakelpunt SP1/SP2 en de waarde van het
terugschakelpunt rP1/rP2 wordt de hysterese genoemd.
Liquiphant FTL33 IO-Link
Endress+Hauser