Turbimax CUS51D
Endress+Hauser
29
Onderdompelen van de sensor
Let op het volgend:
• De sensor-LED' s moeten op het midden van het kalibratiereservoir zijn gericht.
• De minimale afstand van de sensor tot de wand is 10 mm (0,4 in).
• De sensor moet zo ver mogelijk van de bodem van het reservoir worden gepositioneerd,
maar tenminste 10 mm (0,4 in) van de sensor moet zijn ondergedompeld.
‣
Zet de sensor vast in deze positie (bij voorkeur met een laboratoriumstaander).
30
Positioneren van de sensor. Afmetingen: mm (in)
1
Straalrichting van LED' s
2
LED' s
Let op het volgende bij de kalibratie:
• De kalibratiepunten moeten het gehele meetbereik beslaan.
• Waarborg tijdens de kalibratie dat het medium goed homogeen is (gebruik een
magnetische roerder).
• Bepaal de laboratoriummeetwaarden met uiterste zorgvuldigheid (de kwaliteit van de
laboratoriummetingen heeft een directe invloed op de nauwkeurigheid van de sensor).
• Wees zeer precies bij het doseren van volumes voor het monster en het
verdunningswater (gebruik een maatbeker).
• Luchtbellen op optische componenten hebben een grote verstorende invloed op het
kalibratieresultaat. Verwijder daarom luchtbellen voor elke kalibratiehandeling.
• Waarborg dat het medium altijd goed is gemengd (homogeen).
>10
(0.39)
2
Bediening
1
A0020487
A0030900
33