Opvulstuk van de koppeling
verwijderen
1.
Schakel de motor uit, wacht tot alle bewegende
delen stilstaan, verwijder het sleuteltje, stel
de parkeerrem in werking en laat de machine
helemaal afkoelen voordat u deze procedure
uitvoert.
2.
Blaas met een behulp van perslucht al het vuil
onder de remstang en rond de afstandsstukken
van de rem weg
Figuur 73
3.
Controleer de staat van de bedrading van de
kabelboom, de aansluitingen en de polen.
Opmerking:
Reinig of repareer deze indien
nodig.
4.
Zorg dat er 12 V op de koppelingsconnector
staat als de messchakelaar (aftakas) is
ingeschakeld.
5.
Meet de opening tussen de rotor en de armatuur.
Als de opening groter is dan 1 mm, ga dan als
volgt te werk:
A.
Draai beide montagebouten van de rem
een halve tot een hele slag los zoals wordt
getoond in
Figuur
Opmerking:
niet van de veldafdekking/armatuur. De
remstang is versleten rond de armatuur en
moet blijven passen nadat het opvulstuk
is verwijderd om voldoende remkoppel te
garanderen.
(Figuur
73).
74.
Verwijder de remstang
1. Montagebout van rem
B.
Neem het lipje vast met de hand of met een
buigtang en verwijder het opvulstuk
75).
Opmerking:
als u zeker bent dat de koppeling goed
werkt.
g010868
1. Opvulstuk
C.
Blaas met perslucht al het vuil onder de
remstang en rond de afstandsstukken van
de rem weg.
D.
Draai de bouten (M6 x 1) vast met 13 N·m
+/- 0,7 N·m.
E.
Gebruik een voelermaat van 0,25 mm dik
om aan beide zijden van de remstang te
controleren of er een opening is tussen
de rotor en de armatuur, zoals getoond in
Figuur 76
Opmerking:
de rotor en armatuur slijten, met pieken en
dalen, is het soms moeilijk om de opening
nauwkeurig te meten.
52
Figuur 74
Gooi het opvulstuk pas weg
Figuur 75
en
Figuur
77.
Vanwege de manier waarop
g010870
(Figuur
g010871