c) Plaatsen en vervangen van de batterijen
Om de meter te bedienen, twee 1,5V-batterijen (AAA. LR03 Micro) nodig. Bij de eerste inge-
bruikname of wanneer het batterijwisselsymbool op het display verschijnt, moeten twee nieuwe,
volledig opgeladen batterijen worden geplaatst.
Ga voor het plaatsen of vervangen van de batterij als volgt te werk:
•
Ontkoppel de aangesloten meetkabels van de te meten stroomkring en uw meetapparaat.
Zet de DMM uit.
•
Draai de achterste schroef op het batterijcompartiment (7) los en trek het deksel van het
batterijcompartiment voorzichtig van het meetapparaat.
•
Plaats een nieuwe batterij met de juiste polariteit in het batterij-inzet van het meetapparaat.
•
Schuif het deksel van het batterijcompartiment in de DMM en sluit de behuizing voorzichtig.
Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
!LEVENSGEVAAR!
Laat geen lege batterijen in het meetapparaat zitten, aangezien zelfs batterijen
die tegen lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij
kunnen komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken
aan het apparaat.
Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of
huisdieren worden ingeslikt. Raadpleeg onmiddellijk een arts als er een bat-
terij is ingeslikt.
Haal om lekkage te voorkomen de batterijen uit het apparaat wanneer het lan-
gere tijd niet wordt gebruikt.
Lekkende of beschadigde batterijen kunnen chemische brandwonden veroor-
zaken als deze met uw huid in aanraking komen.
Draag daarom geschikte handschoenen als u dergelijke batterijen aanraakt.
Zorg ervoor dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi batterijen niet in het
vuur.
Batterijen mogen niet opgeladen worden. Er bestaat dan explosiegevaar.
Gebruik alleen alkalinebatterijen omdat deze krachtig zijn en lang meegaan.
74