7
Voer max. 125 faxnummers in die u
wilt verzenden via één van de volgende
methoden:
Snelkiezen:
Druk op de gewenste
snelkiestoets(en).
Verkort kiezen:
Druk op Verkort kiezen en gebruik
vervolgens de numerieke toetsen
om de gewenste tweecijferige code
in te voeren. Herhaal deze
procedure voor andere codes.
•
Normaal kiezen:
Gebruik de numerieke toetsen
om het gewenste faxnummer in te
voeren en druk vervolgens op
Instellen.
•
Als u een verkeerde bestemming invoert, drukt u op Wissen en voert u
vervolgens de juiste bestemming in.
Om de bestemmingen te bekijken, drukt u op
nummers te bladeren.
8
Druk op Start/Kopie om het scannen
van het document in het faxgeheugen
te starten.
Zodra het ingestelde tijdstip is
aangebroken, verzendt de fax het
document maar de bestemming(en)
die u in stap 7 heeft aangegeven.
U kunt max. 20 verschillende handelingen voor uitgestelde verzending
opslaan.
Als het faxgeheugen tijdens het scannen van uw document volraakt, dan
verschijnt GEHEUGEN VOL op het display. In deze situatie is het niet
mogelijk het document op een ingesteld tijdstip te verzenden. Verwijder het
document uit de ADF (het kan nodig zijn hiervoor het bedieningspaneel te
openen).
Omdat de fax een multifunctioneel apparaat is, kunt u zelfs een document
in het geheugen scannen, terwijl u andere handelingen uitvoert.
Hoofdstuk 7
Zorg dat u voor elke code
op Verkort kiezen drukt.
U kunt op deze manier
slechts één faxnummer
invoeren.
Voorbeeld:
TEL=905 795 1111
Voorbeeld:
@
01
.
Voorbeeld:
TEL=03 3758 2111
Voorbeeld:
TEL=
2 887 0166
of
om door de
.
.
Verzenden van faxberichten
7-15