38 Netwerkconfiguratie
devolo dLAN 1200+ WiFi ac
behulp van een wifi-filter de toegang tot bepaalde wifi-
apparaten te beperken. Zelfs als de codering uitge-
schakeld zou zijn, dan nog zou het apparaat geen ver-
binding tot stand brengen.
De wifi-filter mag alleen als extra op-
tie voor de wifi-codering gebruikt
worden. Met behulp daarvan kunt u
weliswaar de toegang tot uw draad-
loze netwerk beperken, zonder code-
ring
kunnen
echter
overgedragen gegevens relatief een-
voudig door derden worden meege-
lezen.
Om het wifi-filter te gebruiken, schakelt u het filter in.
U kunt nu verschillende netwerkapparaten aan de
hand van hun zogenaamde MAC-adres voor de toe-
gang tot hun dLAN 1200+ WiFi ac handmatig invoe-
ren of uit de lijst van bekende apparaten (zie 6.3.2
Wifi-monitor) overnemen. Nieuwe posities maakt u
met
aan. Slag uw instellingen op met OK.
Vrijgegeven wifi-apparaten
Met uw dLAN 1200+ WiFi ac verbonden netwerkap-
paraten worden automatisch opgesomd, d.w.z om een
al verbonden station voor de dLAN 1200+ WiFi ac vrij
te geven, kiest u eenvoudig het MAC-adres van het be-
treffende apparaat en bevestigt deze met het plus-te-
ken. Deze verschijnt dan onder Vrijgegeven wifi-
apparaten. Om een vrijgegeven apparaat te verwijde-
ren, kiest u het MAC-adres daar van en bevestigt u met
Selectie wissen.
Het wifi-filter kan alleen worden in-
gesteld voor apparaten die direct
met het zendstation zijn verbonden
(geen gasttoegang).
Het MAC-adres identificeert de hardware-inter-
ook
alle
face van ieder afzonderlijk netwerkapparaat
eenduidig (bijv. de wifi-kaart van een computer
of ethernet-interface van een printer). Deze be-
staat uit zes hexadecimale getallen van twee
posities, die telkens met dubbele punt van el-
kaar zijn gescheiden (bijv. 00:0B:3B:37:9D:C4).
Het MAC-adres van een Windows-PC kunt u gemakke-
lijk bepalen, door het venster met de prompt onder
Start
Alle programma's
opent. Voer hier het bevel IPCONFIG /ALL in. Het
MAC-adres wordt onder de benaming Fysiek adres
weergegeven.
Accessoires
Prompt