of
WiFi Clone via de configuratie-interface active-
ren. Meer informatie over deze functie vindt u in
hoofdstuk 5 Netwerkconfiguratie
Om de dLAN 1200+ WiFi ac in een bestaand
wifi-netwerk met devolo wifi-apparaten uit
de 500-serie (bijv. dLAN 500 WiFi of dLAN 500
Wireless+) op te nemen, moet u de instellingen
van uw bestaande wifi-configuratie handmatig
op
de
configuratie-interface
dLAN 1200+ WiFi ac overdragen.
Meer informatie over de configuratie-interface
vindt u in hoofdstuk 5 Netwerkconfiguratie.
3.3.2 Starter Kit en Single Kit – opbouw
van een nieuw dLAN-netwerk
Sluit de dLAN 1200+ aan op de netwerkaanslui-
ting van uw internet-toegangsapparaat.
Steek de dLAN 1200+ WiFi ac in een stopcontact/
wandstopcontact. Zodra de controle-LED van de
coderingsknop met het huissymbool wit brandt
(na ca. 50 s), is de adapter klaar voor gebruik.
Om de adapter van het stroomnet los
te koppelen, trekt u het apparaat uit
het stopcontact. De contactdoos en
alle aangesloten netwerkapparaten
WiFi Clone.
moeten goed toegankelijk zijn, zodat
u indien nodig de netstekker snel
kunt losmaken.
dLAN 1200+ en een dLAN 1200+ WiFi ac met een
dLAN-netwerk verbinden
van
de
Voordat u de adapter in een dLAN-netwerk kunt toe-
passen, moet u eerst verbinding maken met een net-
werk. Dit gebeurt door het gemeenschappelijk gebruik
van een dLAN-wachtwoord. Daardoor ontstaat een be-
grensd dLAN-netwerk. Het gemeenschappelijke ge-
bruik van het dLAN-wachtwoord is bedoeld voor de
toegangscontrole tot het dLAN-netwerk als ook voor
de codering, en daarmee de afluisterbeveiliging, van
de overgedragen gegevens.
Het dLAN-wachtwoord kan op verschillende manieren
worden ingesteld:
dLAN-netwerk met een druk op de knop code-
ren
Druk eerst op de coderingsknop (ca. 1 seconde)
van de dLAN 1200+ en binnen 2 minuten op
de coderingsknop met het huissymbool (ca. 1
seconde) van de dLAN 1200+ WiFi ac.
Ingebruikneming 19
devolo dLAN 1200+ WiFi ac