Autofocus
Als de selectieknop van de scherpstelstand op S (enkelvoudige autofocus) of C (conti-
nue autofocus) staat, stelt de camera automatisch scherp wanneer u de ontspanknop
half indrukt. In dit gedeelte worden de scherpstelopties besproken die alleen kunnen
worden gebruikt in de standen enkelvoudige AF en continue AF.
AF-veldstand
De AF-veldstand bepaalt hoe het scherpstelveld wordt
geselecteerd in de autofocusstand. U selecteert de AF-
veldstand door te draaien aan de selectieknop voor de
AF-veldstand. De geselecteerde stand wordt aangege-
ven door een pictogram op het bovenste LCD-venster
(zie de volgende pagina).
a1—AF-C prioriteit (
In scherpstelstand C (continue autofocus) kunt u ook foto's maken wanneer de camera niet
scherpgesteld staat (prioriteit ontspannen). Om te zorgen dat de camera scherpgesteld staat wan-
neer u een foto maakt dient u Scherpstelling bij Persoonlijke Instelling a1 (AF-C prioriteit) te kie-
zen. Selecteer BPS + AF voor verbeterde scherpstelling tijdens het maken van continu-opnamen.
a2—AF-S prioriteit (
In scherpstelstand S (enkelvoudige autofocus) kunt u alleen foto's maken wanneer de camera
scherpgesteld staat (prioriteit scherpstelling). Om foto's te kunnen maken ongeacht of de camera
scherpgesteld staat dient u Ontspannen bij Persoonlijke Instelling a2 (AF-S prioriteit) te kiezen.
a3—Groep dynamische AF (
Deze optie regelt hoe de scherpstelvelden gegroepeerd worden in de stand groep dynami-
sche AF en of de camera het onderwerp in het middelste scherpstelveld van de geselecteerde
groep volgt.
a4—Lock-on (
Deze optie regelt of de camera meteen de scherpstelling bijstelt om een onderwerp te blijven
volgen indien de afstand tot het onderwerp drastisch verandert.
74
174)
174)
175)
177)