7 In bedrijf nemen
Uitgang
24
Afhankelijk van de gekozen toepassing kunt u de bijbehorende be-
dekkingstoestanden instellen en direct overnemen.
Zie functie " Inregeling met medium".
7.4.2 Uitgebreide functies
In dit menupunt kunt u de algemene instellingen voor de uitgang
kiezen.
Transistorfunctie
Bij instrumenten met transistoruitgang kunt u de functie van de
uitgang instellen.
•
Functie PNP
•
Functie NPN
Bij de uitgangen
Functie uitgang (OU1)
In dit menupunt kunt u de functie van de beide uitgangen onafhanke-
lijk van elkaar instellen.
Maakcontact = HNO (Hysterese Normally Open)
Verbreekcontact = HNC (Hysterese Normally Closed)
Maakcontact = FNO (Fenster Normally Open)
Verbreekcontact = FNC (Fenster Normally Closed)
Hysteresefunctie (HNO/HNC)
De hysterese heeft als taak, de schakeltoestand van de uitgang
stabiel te houden.
Bij het bereiken van het schakelpunt (SP) schakelt de uitgang en blijft
in deze schakeltoestand staan. Pas wanneer het terugschakelpunt
(RP) wordt bereikt, schakelt de uitgang terug.
Wanneer de meetgrootheid beweegt tussen schakel- en terugscha-
kelpunt, dan verandert de toestand van de uitgang niet.
VEGAPOINT 31 • Transistor (NPN/PNP)