ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Zal de kettingrem altijd door de traagheid
worden geactiveerd, wanneer terugslag
optreedt?
Nee. Ten eerste moet uw rem functioneren. Het is
makkelijk de rem te testen, zie de instructies in het
hoofdstuk Controle, onderhoud en service van de
veiligheidsuitrusting van de motorzaag. Wij raden aan dat
u dit doet, iedere keer voor u begint te werken. Ten tweede
moet de terugslag voldoende sterk zijn om de kettingrem
te activeren. Als de kettingrem gevoelig zou zijn, zou deze
voortdurend worden geactiveerd, wat lastig zou zijn.
Zal de kettingrem me altijd beschermen
tegen letsel als terugslag voorkomt?
Nee. Ten eerste moet uw rem functioneren om de
bedoelde bescherming te geven. Ten tweede moet hij zo
worden geactiveerd als hierboven beschreven, om de
zaagketting bij terugslag te stoppen. Ten derde kan de
kettingrem worden geactiveerd, maar wanneer het
zaagblad te dicht bij u is, kan het gebeuren dat de rem niet
op tijd afgeremd is om de ketting te stoppen voor de
motorzaag u raakt.
Alleen uzelf en een juiste arbeidstechniek kunnen
terugslag en de bijbehorende risico's elimineren.
Gashendelvergrendeling
De gashendelvergrendeling is geconstrueerd om
onopzettelijke activering van de gashendel te voorkomen.
Wanneer de vergrendeling (A) in het handvat wordt
gedrukt (= wanneer men het handvat vasthoudt) wordt de
gashendel ontkoppeld (B). Wanneer men het handvat
loslaat, gaan zowel de gashendel als de
gashendelvergrendeling terug naar hun respectievelijke
beginposities. Deze positie houdt in dat de gashendel
automatisch vergrendeld wordt op stationair draaien. (9)
Kettingvanger
De kettingvanger is geconstrueerd om een losgeraakte of
gebarsten ketting op te vangen. Dit kan meestal
voorkomen worden door de ketting juist aan te spannen
(zie instructies in het hoofdstuk Monteren) en voor goed
onderhoud en service van het zaagblad en de ketting te
zorgen (zie de instructies in het hoofdstuk Algemene
werkinstructies). (10)
Rechterhandbescherming
De rechterhandbescherming moet er behalve de hand
beschermen wanneer de ketting losraakt of breekt, ook
voor zorgen dat de takken en twijgen de grip op het
achterste handvat niet beïnvloeden. (11)
Trillingdempingssysteem
Uw machine is uitgerust met een trillingdempingssysteem
dat geconstrueerd is om zo trillingvrij en comfortabel
mogelijk met de zaag te kunnen werken.
Het trillingdempingssysteem van de machine reduceert
het overbrengen van de trillingen van de motoreenheid/
72 – Dutch
snijuitrusting op de handvateenheid van de machine. Het
motorzaaghuis inclusief de snijuitrusting is via een
zogenaamd trillingdempend element opgehangen in de
handvateenheid.
Zagen in een harde houtsoort (de meeste loofbomen)
veroorzaakt meer trillingen dan zagen in een zachte
houtsoort (de meeste naaldbomen). Zagen met een botte
of verkeerde snijuitrusting (verkeerd type of verkeerd
geslepen) verhoogt het trillingniveau.
WAARSCHUWING! Als men teveel wordt
!
blootgesteld aan trillingen, kan dit tot
bloedvat- en zenuwbeschadigingen
leiden bij personen die een slechte
bloedcirculatie hebben. Consulteer uw
dokter wanneer u symptomen heeft die
wijzen op te grote blootstelling aan
trillingen. Voorbeelden van zulke
symptomen zijn slapen, geen gevoel,
"kriebels" , "speldeprikken", pijn, geen
of minder kracht, huidverkleuringen of
veranderingen van het huidoppervlak.
Deze symptomen komen meestel voor op
vingers, handen of polsen. Deze
symptomen kunnen toenemen bij koude
temperaturen.
Stopschakelaar
De stopschakelaar moet gebruikt worden om de motor uit
te schakelen. (12)
Geluiddemper
De geluiddemper werd ontworpen om het geluidsniveau
zo laag mogelijk te houden, en om de uitlaatgassen weg
te richten van de gebruiker.
WAARSCHUWING! De uitlaatgassen van
!
de motor zijn heet en kunnen vonken
bevatten die brand kunnen veroorzaken.
Start de machine daarom nooit
binnenshuis of in de buurt van licht
ontvlambaar materiaal!
In gebieden met een warm en droog klimaat kan het risico
van branden erg groot zijn. Het komt voor dat deze
gebieden gereguleerd worden met wetgeving, die vereist
dat de geluiddemper onder andere uitgerust moet zijn met
een goedgekeurd vonkenopvangnet. (13)
Zorg er bij het bevestigen van het net altijd voor dat het net
in de juiste positie wordt geplaatst. Gebruik zo nodig een
ring/steeksleutel om het net te plaatsen of te verwijderen.
N.B.! De geluiddemper wordt zeer heet, zowel tijdens
het gebruik als na het stoppen. Dit geldt ook bij
stationair draaien. Wees oplettend op brandgevaar,
vooral bij hantering vlakbij brandgevaarlijke stoffen en/of
gassen.
1155359-20 Rev.2 2014-11-20