Veiligheidsinstructies
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Aderbezetting aansluit-
kabel
VEGAPULS WL 61 • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART
5
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1
Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
•
Elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
•
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten resp. klemmen verbin-
den.
De voedingsspanning en het stroomsignaal worden via dezelfde
twee-aderige kabel overgedragen. De bedrijfsspanning kan afhanke-
lijk van de uitvoering van het instrument variëren.
De specificaties betreffende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Zorg voor een veilige scheiding van het voedingscircuit van de net-
voedingscircuits conform DIN EN 61140 VDE 0140-1
Voed het instrument via een energiebegrensd stroomcircuit conform
IEC 61010-1, bijvoorbeeld via een voeding Class 2.
Houdt rekening met de volgende extra invloeden voor de voedings-
spanning:
•
Lagere uitgangsspanning van het voedingsapparaat onder nomi-
nale belasting (bijv. bij een sensorstroom van 20,5 mA of 22 mA bij
storingsmelding)
•
Invloed van andere apparaten in het circuit (zie belastingswaarde
in het hoofdstuk "Technische gegevens")
Het instrument wordt met standaard 2-aderige kabel aangesloten.
Indien elektromagnetische instrooiingen worden verwacht, die boven
de testwaarden van de EN 61326 voor industriële omgeving liggen,
moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
In HART-multidropbedrijf is over het algemeen afgeschermde kabel
nodig
5.2
Aansluitschema
Fig. 25: Aderbezetting vast aangesloten aansluitkabel
1
Br (+) en bl (-) voor voedingsspanning resp. naar meetversterker.
2
Afscherming
5 Op de voedingsspanning aansluiten
1
2
25