Bediening
Brandgevaar door oververhitte
voedingsmiddelen.
Onbeheerde voedingsmiddelen kun-
nen oververhit raken en ontbranden.
Houd voortdurend toezicht op de
kookplaat tijdens het gebruik.
Denk eraan dat de opwarmtijd bij in-
ductiekookplaten veel korter is dan
bij de gebruikelijke kookplaten.
Kookplaat inschakelen
Raak de sensortoets aan.
De touchdisplay wordt ingeschakeld.
Als je daarna geen waarden invoert,
schakelt de kookplaat om veiligheids-
redenen na 1 minuut weer uit.
Vermogensstand instellen
Plaats de pan op de gewenste plaats.
Kies
Handmatig
Raak de gewenste vermogensstand
aan of veeg over de balk.
De ingestelde vermogensstand, het in-
stellingenbereik en de duur worden
weergegeven.
De duur geeft aan hoelang de kookzo-
ne actief is.
Als u in de weergave de duur wist,
wordt de weergave teruggebracht naar
0.
36
1–9.
Vermogensstand wijzigen
Als u met meerdere pannen tegelijk
kookt en de gewenste weergave niet
oranje is, dient u de weergave eerst
aan te duiden.
Raak de weergave van de gewenste
pan aan.
Stel de vermogensstand in.
Kookzone/kookplaat uitscha-
kelen
Kookzone uitschakelen
Houd je vinger op de kookzone op de
touchdisplay tot de kookzone uitscha-
kelt.
of
Raak de kookzone aan op de touch-
display.
Stel de vermogensstand in op 0.
of
Raak de kookzone aan op de touch-
display.
Raak symbool aan.
Kookplaat uitschakelen
Als je de kookplaat en daarmee alle
kookzones wilt uitschakelen raak je de
sensortoets aan.