6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Uitgebreide instellingen -
Instrumenteenheden
Uitgebreide instellingen -
Eenheid SV2
Overige instellingen -
sondelengte
Overige instellingen -
stoorsignaalonderdruk-
king
30
In dit menupunt kiest u de meetgrootheid van het systeem en de
temperatuureenheid.
In dit menupunt definieert u de eenheid van de Secondary Values 2
(SV2):
Bij de standpijpversie van de VEGAPULS 66 is de geleverde stand-
pijplengte in de elektronica geprogrammeerd.
De standpijp kan indien gewenst ter plaatse worden ingekort. In dat
geval moet de geprogrammeerde waarde op de werkelijke waarde
worden aangepast, om meetvervalsingen te voorkomen.
Deze aanpassing wordt uitgevoerd in het menupunt "Staaflengte".
De volgende omstandigheden veroorzaken stoorreflecties en kunnen
de meting beïnvloeden:
•
Hoge sokken
•
Ingebouwde delen in de tank, zoals versterkingen
•
Roerwerken
•
Aanhechtingen of lasnaden aan tankwanden
Opmerking:
Een stoorsignaalonderdrukking registreert, markeert en bewaart deze
stoorsignalen, zodat deze voor de niveaumeting worden genegeerd.
Dit moet bij een zo laag mogelijk niveau worden uitgevoerd, zodat
eventueel aanwezige storende reflecties kunnen worden geregi-
streerd.
Ga als volgt tewerk:
VEGAPULS 66 • Foundation Fieldbus