nl
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte
plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen zoals een
verwarmingsradiator of een fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat
nooit afdekken.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen,
daarna in het apparaat plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te
ontdooien en de kou van de diepvrieswaren
gebruiken om andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen.
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om de geplande
energieopname van het apparaat te bereiken (zie
„Opstellen van het apparaat", „Beluchting"). Een
kleinere afstand tot de muur heeft geen nadelige
invloed op de werking van het apparaat.
Het energieverbruik kan dan iets hoger worden.
De ordening van de uitrustingsdelen heeft geen
invloed op de energieopname van het apparaat.
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Voer een zelftest van het apparaat uit (zie hoofdstuk „Zelftest apparaat").
U moet de kosten voor advies van de monteur van de Servicedienst zelf betalen – ook in de garantietijd!
Storing
De temperatuur wijkt erg af van
de instelling.
Geen enkele indicatie brandt.
Er wordt een alarmsignaal
weergegeven.
De toets alarm 14 brandt.
De verlichting functioneert niet.
54
Eventuele oorzaak
Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld;
de stekker zit niet goed in het stopcontact.
Storing - het is te warm in het
diepvriescompartiment!
De deur is geopend.
De be- en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Verwijder de afdekking.
Er zijn teveel levensmiddelen tegelijk in het
diepvriesvak gelegd.
De lichtschakelaar klemt.
De verlichting is defect.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/
uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een waterpas stellen.
Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander meubel of
apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast
wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden
en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten.
Oplossing
In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat
gedurende 5 minuten uit te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of
de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende dag
de temperatuur nogmaals controleren.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
Druk de toets alarm 14 in om het alarmsignaal uit te
schakelen.
Sluit de deur.
Max. invriescapaciteit niet overschrijden.
Nadat de storing is verholpen, dooft de toets alarm na enige
tijd.
Controleer of er beweging in de lichtschakelaar zit.
(Zie hoofdstuk „Verlichting".)