•
Gebruik de trimmerkop om gras te maaien.
•
Een verkeerd geslepen of beschadigd blad verhoogt
het risico op ongelukken. Houd de snijtanden van
het blad goed en juist geslepen. Volg de instructies
Slijpen van grasmes en grasmaaiblad op pagina
in
58 en gebruik de aanbevolen vijlmal.
•
Controleer de snijuitrusting op beschadiging en
scheuren. Vervang de snijuitrusting indien deze
beschadigd is.
•
Gebruik een snijuitrusting alleen samen met
aanbevolen beschermkappen. Zie
pagina 61 .
Veiligheidsinstructies voor onderhoud
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
•
Stop de motor en zorg ervoor dat de snijuitrusting
stopt. Verwijder de cilinderkap en koppel de
bougiekap los voordat u het onderhoud uitvoert.
•
Uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide,
een geurloos, giftig en uiterst gevaarlijk gas, dat de
dood kan veroorzaken. Laat het product nooit
binnenshuis of in gesloten ruimten draaien.
•
De uitlaatdampen van de motor zijn heet en kunnen
vonken bevatten. Laat het product niet draaien in
gesloten ruimtes of in de buurt van licht ontvlambaar
materiaal.
•
Accessoires en wijzigingen aan het product die niet
zijn goedgekeurd door de fabrikant, kunnen leiden
tot ernstig letsel of overlijden. Breng geen
wijzigingen aan het product aan. Gebruik altijd
originele accessoires.
•
Als het onderhoud niet correct en regelmatig wordt
uitgevoerd, bestaat een verhoogde kans op letsel of
schade aan het product.
1069 - 005 -
•
•
•
Brandstofveiligheid
•
•
•
•
•
•
Accessoires op
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Voer alleen onderhoud uit zoals aanbevolen in deze
bedieningshandleiding. Laat een goedgekeurde
Husqvarna-servicewerkplaats alle andere
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
Laat een erkende Husqvarna servicewerkplaats
regelmatig onderhoud aan het product uitvoeren.
Vervang beschadigde, versleten of defecte
onderdelen.
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
Meng de brandstof niet binnenshuis of in de buurt
van een warmtebron.
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen. Verwijder
ongewenste brandstof van het product.
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
Start de motor niet als u brandstof op het product of
op uw lichaam hebt gemorst.
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
Vul geen brandstof voor de motor bij in een
afgesloten ruimte. Onvoldoende ventilatie kan leiden
tot ernstig letsel of de dood door verstikking of het
inademen van koolmonoxide.
Draai de tankdop goed vast, zodat er geen brand
kan ontstaan.
Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
Doe niet te veel brandstof in de brandstoftank.
Zorg dat er geen brandstof wordt gemorst wanneer u
het product of de jerrycan met brandstof verplaatst.
41