Aanvullende veiligheidsinformatie
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen
bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied
van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen
waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het
gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het
apparaat alleen in de normale posities. Dit apparaat voldoet
aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer
het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of
wanneer het zich op een afstand van minimaal 2,2 cm van
het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam
wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten
deze hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het
apparaat zich op de bovengenoemde afstand van het lichaam
bevinden.
Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet
dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding
met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen
van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een
dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de
bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht
is voltooid.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat.
134
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de
buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze
media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze
telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde
medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts
of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen
of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-
energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in
instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat
voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies.
Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg
kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor
externe RF-energie.
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er
minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen
een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke
storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen
komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de
aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Mensen met een pacemaker moeten:
• het apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter van de
pacemaker houden;
• het apparaat niet in een borstzak dragen;