3 Vullen van de tank tot
het schakelpunt
OPTISWITCH 5300 C • - Relais
Let erop, dat de nageschakelde instrumenten gedurende de
functietest worden geactiveerd.
3. Demonteer het instrument en bedek het trilelement tot aan het
schakelpunt met origineel product.
Controleer, of de schakeltoestand wijzigt (controlelamp-scha-
keltoestand). Daarmee kunt u de correcte werking van het
meetsysteem controleren.
Wanneer dit niet het geval is, is er een fout in het meetsysteem
aanwezig.
Let erop, dat de nageschakelde instrumenten gedurende de
functietest worden geactiveerd.
De dekkingsgraad van de test vindt u in de Safety Manual.
Wanneer dit probleemloos mogelijk is, dan kunt u de tank tot het
schakelpunt vullen en daarbij de correcte sensorreacties bewaken.
Procedure
1. Maak het instrument kort (> 2s) los van de voedingsspanning.
Het instrument moet na het herinschakelen dezelfde schakeltoe-
stand innemen.
Wanneer dit niet het geval is, is er een fout in het meetsysteem
aanwezig.
Let erop, dat de nageschakelde instrumenten gedurende de
functietest worden geactiveerd.
2. Bedien de bedrijfsstandenschakelaar (min./max.)
Controleer, of de schakeltoestand wijzigt (controlelamp-scha-
keltoestand). Daarmee kunt u de correcte werking van het
meetsysteem controleren.
Wanneer dit niet het geval is, is er een fout in het meetsysteem
aanwezig.
Let erop, dat de nageschakelde instrumenten gedurende de
functietest worden geactiveerd.
3. Vul de tank tot het schakelpunt.
Controleer, of de schakeltoestand wijzigt (controlelamp-scha-
keltoestand). Daarmee kunt u de correcte werking van het
meetsysteem controleren.
Wanneer dit niet het geval is, is er een fout in het meetsysteem
aanwezig.
Let erop, dat de nageschakelde instrumenten gedurende de
functietest worden geactiveerd.
De dekkingsgraad van de test vindt u in de Safety Manual.
6 In bedrijf nemen
25