Functie/opbouw
OPTISWITCH 5300 C • - Relais
6
In bedrijf nemen
6.1
Algemeen
De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de navolgende
afbeeldingen.
In de basisuitvoering kunnen producten met dichtheid ≥ 0,7 g/cm³
(0.025 lbs/in³) worden gedetecteerd. Bij producten me lagere dicht-
heid moet u de schakelaar op ≥ 0,47 g/cm³ (0.017 lbs/in³) instellen.
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningsele-
menten:
•
Controlelampen (1, 2, 3)
•
DIL-schakelaar voor omschakeling bedrijfsstanden - min./max (4)
•
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling (5)
Opmerking:
Dompel de trilvork van de OPTISWITCH 5300 C voor testdoeleinden
altijd in de vloeistof. Test het functioneren van de OPTISWITCH 5300
C niet met de hand. Dit kan beschadiging van de sensor veroorzaken.
6.2
Bedieningselementen
Fig. 14: Elektronica - relaisuitgang
1
Controlelamp voor storingsmelding (rood)
2
Controlelamp voor aanwijzing van de schakeltoestand (geel).
3
Controlelamp voor aanwijzing van de bedrijfstoestand (groen).
4
Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (min./
max.)
5
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
3
2
4
1
5
6 In bedrijf nemen
21