Appendix C – Problemen oplossen
In deze gids voor het oplossen van problemen
wordt ervan uitgegaan dat u de complete
handl-leiding gelezen en begrepen heeft.
Het is vaak mogelijk om moeilijkheden op te los-
sen zonder dat het apparaat voor reparatie naar
de fabriek wordt gezonden. Wij verzoeken u
vriendelijk om deze sectie door te lezen voordat
u contact opneemt met uw NAVMAN dealer.
Geen van de onderdelen dient door de gebruik-
er onderhouden te worden. Om waterdichtheid
en het correct in elkaar zetten te controleren
zijn specifieke methodes en testinstrumenten
nodig. Gebruikers die zelf hun FISH 4500/4600
onderhouden maken hierdoor de garantie
ongeldig.
Reparaties dienen alleen uitgevoerd te worden
door servicecenters die door NAVMAN zijn
goedgekeurd. Indien het product naar een
servicecenter wordt gestuurd, is het belangrijk
om tegelijkertijd de transducer(s) te sturen.
U kunt meer informatie vinden op onze website:
www.navman.com.
1. Problemen bij inschakelen fishfinder:
a) De FISH 4500/4600 is ontworpen voor
gebruik met een 12/24 Volt accusysteem,
waar het voltage kan variëren van 10 tot
35 volt. Indien het voltage te hoog wordt,
springt er een zekering die het beeldscherm
uitschakelt. Controleer de zekering.
b) Controleer dat aan de achterkant van het
beeldscherm de verbindingsstekker van de
stroomkabel stevig in het contact zit en dat
de sluitmoer vast zit. Voor een watervaste
verbinding dient de sluitmoer vastgedraaid
te zijn.
c) Meet het accuvoltage wanneer er een
lading op de accu is – doe een paar
lampen, de radio of andere op de accu
aangesloten elektrische apparatuur aan.
Als het voltage minder dan 10 V is:
-
de accucontacten of bedrading naar de
contacten kan gecorrodeerd zijn.
-
de accu wordt misschien niet goed
opgeladen of is aan vervanging toe.
d) Controleer de stroomkabel van begin tot
eind op schade, zoals scheurtjes, breuken
en geplette of vertrapte stukken.
e) Verzekert u zich ervan dat de rode draad
77
is verbonden met het positieve accu-
contact en de zwarte met het negatieve
accucontact. Indien er bedrading is voor
Autopower, kijk dan of de gele draad
verbonden is aan het ontstekingssysteem.
Controleer ook het hoofdschakelaar-
circuit aan boord (zie sectie 6-5 Bedra-
dingsmogelijkheden).
f) Controleer of er corrosie is aan de stroom-
kabelverbinding en maak deze indien
noodzakelijk schoon of vervang.
g) Controleer zekeringen die in lijn zijn ge-
plaatst met de stroomkabel. Een zekering
kan gesprongen of gecorrodeerd zijn terwijl
deze goed lijkt te zijn. Test de zekering of
vervang hem met een zekering die zeker
goed is.
2. De fishfinder kan niet uitgeschakeld
worden:
De fishfinder kan op autopower zijn
aangesloten. In dit geval kan de fishfinder
niet worden uitgeschakeld indien de motor
loopt. (Zie Autopower bedrading in sectie
6-5 Bedradingsmogelijkheden).
3. De fishfinder vertoont
onregelmatigheden in gebruik:
a) Controleer dat er geen vuil aan de trans-
ducer is blijven hangen (bijv. wier of een
plastic zak).
b) De transducer kan zijn beschadigd tijdens
het te water laten, aan de grond lopen of
door onderweg tegen iets te zijn aange-
varen. Indien de transducer geraakt is,
kan het de beugel opgeschoten zijn. Als
de transducer niet beschadigd is, plaats
het dan weer op zijn originele plaats. (Zie
de Spiegeltransducer Installatie-handlei-
ding.)
c) Wanneer de transducer zich minder dan
0.6 m van de bodem bevindt kunnen diep-
telezingen inconsistent en onregelmatig
worden.
d) Handmatige toename is misschien te laag
ingesteld, wat een zwakke bodemecho of
een gebrek aan vissignalen veroorzaakt. Als
Handmatige toename aanstaat, probeer dan
Toename te verhogen.
e) Verzekert u zich ervan dat de rode draad
is verbonden met het positieve accucontact
en de zwarte met het negatieve accucon-
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding
NAVMAN