3-8 Instelling > Kalibreren
Druk een of meerdere keren op MENU totdat
het Instellings menu wordt weergegeven
en kies Kalibreren:
Snelheid
Kalibratie is wellicht gewenst omdat verschil-
lende rompvormen verschillende stromingska-
rakteristieken hebben.
Verkrijg een accurate meting van de snelheid
van de boot van een gps-ontvanger; of door
een andere boot waarvan u de vaarsnelheid
weet, te volgen; of door de tijd te meten die u
vaart over een u bekende afstand.
Opmerking: voor accurate kalibratie:
•
De snelheid van een gps-ontvanger dient
groter te zijn dan 5 knopen.
•
De snelheid van een andere schep-
radtransducer dient tussen de 5 en 20
knopen te zijn.
•
U bereikt het beste resultaat in kalm
water met minimale stroming (tijdens
hoog- of laagwater).
Gebruik de cursortoetsen zodat de snelheid
in het venster wordt weergegeven en ver-groot
of verklein dan de weergegeven waarde zodat
deze overeenkomt met de onafhankelijk gem-
eten snelheidswaarde.
Snelheidsfilter
Vergroot deze instelling om een onregelmatige
snelheidsaflezing te stabiliseren. Verlagen om
de aflezingsgevoeligheid te verbeteren. Het
snelheidsfilter kan worden ingesteld van 0 tot
30 seconden.
Temperatuur
De fabrieksinstelling zou voldoende moeten
zijn voor normaal gebruik. Indien u echter het
temperatuurbeeldscherm wenst te kalibreren,
meet dan eerst de watertemperatuur met een
thermometer die accuraat is.
Gebruik de cursortoetsen om het temperatuur-
venster weer te geven en vergroot of verklein
dan de weergegeven waarde zodat deze over-
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding
De brandstofop-
ties kunnen alleen
w o r d e n g e k a l i -
breerd wanneer de
optionele enkele of
twinmotorkit is voor
benzinemotoren is
geïnstalleerd.
NAVMAN
eenkomt met de onafhankelijk gemeten tem-
peratuurwaarde. De temperatuur kan worden
ingesteld op een waarde tussen 0° - 37,7°C
met een resolutie van 0,1° eenheid.
O m d e e e n h e i d t e v e r a n d e r e n n a a r
°F (Fahrenheit) of °C (Celsius), zie sectie 3-6
Instelling > Eenheden.
Temp.filter
Vergroot deze instelling om een onregelmatige
temp.-aflezing te stabiliseren. Verlagen om
de aflezingsgevoeligheid te verbeteren. Het
temperatuurfilter kan worden ingesteld van 0
tot 30 seconden.
Brandstof
Waarschuwing:
U dient heel voorzichtig te
zijn bij het uitvoeren van deze
procedure.
Onvoldoende voorzichtigheid zou
gevaarlijke condities tot gevolg
kunnen hebben, die ernstige
zaakschade of persoonlijk letsel
zouden kunnen veroorzaken.
Kalibratie van brandstofverbruik kan de precisie
van brandstofmetingen vergroten.
Bij twinmotoren dienen beide brandstoftrans-
ducers gekalibreerd te worden. Dit kan tege-
lij-kertijd worden gedaan met twee draagbare
tanks of op een verschillend tijdstip als u één
draagbare tank gebruikt.
Voor kalibratie van brandstoftransducer(s) is
precieze meting van brandstofverbruik nood-
zakelijk. Dit doet u het eenvoudigst met een
kleine draagbare tank. U dient tenminste 15
liter brandstof te gebruiken voor een accurate
kalibratie.
Het is vaak erg moeilijk om ondervloerse tanks
tweemaal tot precies hetzelfde niveau te vul-
len als gevolg van grote luchtbellen. Des te
meer brandstof u gebruikt, des te accurater de
kalibratie zal zijn.
Om (een) brandstoftransducer(s) te kalibreren,
volgt u de volgende stappen:
1. Noteer het niveau van de in de tank(s)
aanwezige brandstof.
2. Verbindt de draagbare tank(s) aan de
motor via de brandstoftransducer(s).
3. Laat de motor op normale kruissnelheid
lopen totdat minimaal 15 liter benzine is
verbruikt per motor.
54