Sterkte van de echo's
De kleuren geven verschillen aan in de sterkte
van de echo's. De sterkte hangt af van verschil-
lende factoren, zoals:
Het formaat van de vis, school of voorwerp.
•
De diepte van de vis of het voorwerp.
•
De locatie van de vis of het voorwerp. (Het
•
gebied dat door de ultrasonische trilling
wordt bestreken is een grove kegelvorm en
de echo's zijn het sterkst in het midden.)
Helderheid van het water. Deeltjes of lucht
•
in het water verminderen de sterkte van de
echo.
Samenstelling of dichtheid van het voor-
•
werp of van de bodem.
Opmerking: Snel varende planerende
rompen produceren luchtbellen en turbu-
lent water waarmee de transducer wordt
getorpedeerd. De ultrasonische ruis die
hierdoor wordt veroorzaakt zou door de
transducer opgepikt kunnen worden en de
echte echo's kunnen belemmeren.
FISH 4500/4600 Installatie- en bedieningshandleiding
Enkele vis
Grote
school
vissen
Kleine
school
vissen
Bodem
Bodemtypes
Wier, modder- en zandbodems verzwakken de
sonartrilling wat resulteert in een zwakke echo.
Harde rotsachtige of koraalbodems reflecteren
de trilling, wat resulteert in een sterke echo. Zie
sectie 5-3 Sonar bodemweergave.
Frequentie en kegelwijdte
De trilling die wordt gegenereerd door de
FISH 4500/4600 transducer beweegt zich
door het water en spreidt zich uit in een grove
kegelvorm. De wijdte van de kegel is echter
afhankelijk van de frequentie van de trilling; bij
50 kHz is het 45°, terwijl het bij 200 kHz 11° is.
De kaart geeft aan hoe de kegelwijdte verschilt
voor de gekozen frequentie. Deze getallen zijn
bij benadering.
Diepte
0
50
100
150
200
250
NAVMAN
Zeewier
Zachte
bodems van
modder,
wier en zand
worden
als een
dunne band
weerge-
geven.
Harde
bodems van
rots, steen
en koraal
worden
als een
brede band
weerge-
geven.
50 kHz
45°
41
83
127
166
208
200 kHz
11°
9
19
26
38
46
56