Onderhouden remmen
Parkeerrem afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
1.
Stel de parkeerrem in werking.
2.
Meet de lengte van de veer
Opmerking:
De afstand tussen de ringen
moet 64 mm zijn.
3.
Als afstelling vereist is, schakel dan de
parkeerrem uit, draai de contramoer onder de
veer los en stel de moer direct onder de veer
af
(Figuur
68).
4.
Draai de moer totdat de lengte correct is.
Opmerking:
Draai de moer naar rechts om de
veer korter te maken en naar links om de veer
langer te maken.
5.
Draai de 2 moeren samen vast.
6.
Schakel de parkeerrem in en controleer
nogmaals de afmeting van de veer.
7.
Indien afstelling nodig is, moet u bovenstaande
procedure herhalen.
8.
Herhaal deze procedure aan de andere kant
van de machine.
Figuur 68
1. Remhendel –
ingeschakeld
2. Veer – 64 mm
(Figuur
68).
g001294
3. Stelmoer en contramoer
Onderhoud riemen
Riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde
randen, schroeiplekken of andere schade. Vervang
beschadigde riemen.
Aandrijfriem van maaidek
vervangen
Belangrijk:
De bevestigingen op de deksels
van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op
het deksel blijven zitten nadat de bevestiging
is losgemaakt. Draai alle bevestigingen op een
deksel een paar slagen losser zodat het deksel
loszit maar nog wel bevestigd is en draai de
bevestigingen daarna pas helemaal los totdat het
deksel eraf komt. Hiermee voorkomt u dat u per
ongeluk de bouten van de borgringen losdraait.
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de
messen tijdens het maaien, gerafelde randen,
schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u
deze zaken constateert.
1.
Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de
rijhendels in de
en stel de parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Draai de onderste bout los waarmee de
afdekking van het maaidek is bevestigd aan het
maaidek. Zie
losmaken (bladz.
4.
Het plaatmetaalscherm verwijderen. Zie
plaatmetaalscherm verwijderen (bladz. 35)
5.
Verwijder de drijfriemkappen en de bijbehorende
bouten.
6.
Draai de arm van de vaste spanpoelie los en
beweeg deze om de spanning eraf te halen
(Figuur
69).
7.
Verwijder de oude riem.
8.
Leg de nieuwe riem rond de poelies.
9.
Plaats een dopsleutel met een kort verlengstuk
of een onderbrekerstang in het vierkante gat in
de arm van de vaste spanpoelie
10.
Zet het maaidek op een maaihoogte van 76 mm.
11.
Om de riemspanning te vergroten, draait u de
dopsleutel of onderbrekerstang linksom zodat
52
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
De afdekking van het maaidek
34).
(Figuur
Het
69).