Algemeen overzicht
van de machine
©
1. Z Stand
2. Maaihoogtehendel
3. Rijhendel
4. Veiligheidsgordel
5. Rolbeugel
Bedieningsorganen
Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle
bedieningsorganen voordat u de motor start en de
machine gebruikt
(Figuur 4
Figuur 4
6. Brandstoftankdop (beide
kanten)
7. Parkeerremhendel
8. Maaidek
9. Zwenkwiel
en
Figuur
5).
1. Urenteller
2. Contactschakelaar
3. Brandstofafsluitklep
4. Akoestisch
waarschuwingssignaal
5. Schakelaar gloeibougie
g020466
Urenteller
De urenteller registreert het aantal uren dat de
motor in bedrijf is geweest. De urenteller werkt als
de motor loopt. Gebruik deze tijden om regelmatig
onderhoudswerkzaamheden te plannen
Indicators veiligheidssysteem
Er staan symbolen op de urenteller die met een
zwarte driehoek aangeven dat het veiligheidssysteem
juist aangebracht is
Accu-indicatielampje
Als u het contactsleuteltje voor het eerst gedurende
een paar seconden in de stand A
accuspanning weergegeven in het gebied waar
normaal de uren worden weergegeven.
Het acculampje wordt ingeschakeld wanneer u het
contact inschakelt en wanneer de lading zich onder
het juiste bedrijfsniveau bevindt
14
Figuur 5
6. Indicatielampje van
gloeibougie
7. Lampje motortemperatuur
8. Gashendel
9. Aftakasschakelaar
(Figuur
(Figuur
6).
zet, wordt de
AN
(Figuur
6).
g010363
6).